Abschließend möchte ich sagen, dass es mir eine große Ehre ist, diesen Preis im Namen der übrigen Nominierten – der im vergangenen Jahr ermordeten russischen Journalistin Anna Politkowskaja, der chinesischen Dissidenten Zeng Jinyan und Hu Jia und der afghanischen Abgeordneten und Frauenrechtlerin Joya Malalai – sowie im Namen so vieler Sudanesen entgegenzunehmen, die wie ich an die Menschenwürde und das Streben nach Gerechtigkeit glauben.
Het vervult me met trots om dit eerbewijs te aanvaarden namens de andere kandidaten voor deze prijs: de vorig jaar vermoorde Russische journaliste Anna Politkovskaya; de Chinese dissidenten Zeng Jinyan en Hu Jia; en het Afghaanse parlementslid en voorvechtster van vrouwenrechten Joya Malalai, en ook namens zo vele Sudanezen die geloven – net als ik – in de menselijke waardigheid en het streven naar gerechtigheid.