(1) Jeder Anlagen- und Luftfahrzeugbetreiber überprüft regelmäßig, ob das Monitoringkonzept der Art und Funktionsweise der Anlage bzw. Luftverkehrstätigkeit im Einklang mit Artikel 7 der Richtlinie 2003/87/EG angemessen ist und ob die Überwachungsmethodik verbessert werden kann.
1. Elke exploitant of vliegtuigexploitant controleert regelmatig of het monitoringplan overeenstemt met de aard en het functioneren van de installatie of luchtvaartactiviteit overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2003/87/EG, en of de monitoringmethode vatbaar is voor verbetering.