2. Abweichend von Absatz 1 können die Mitgliedstaaten gestatten, dass die Überprüfung der Identität des Kunden und des wirtschaftlich Begünstigten erst während der Begründung einer Geschäftsbeziehung abgeschlossen wird, wenn dies notwendig ist, um den normalen Geschäftsablauf nicht zu unterbrechen, und sofern nur ein geringes Risiko der Geldwäsche oder Terrorismusfinanzierung besteht.
2. In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten toestaan dat de verificatie van de identiteit van de cliënt en de uiteindelijke begunstigde wordt voltooid tijdens het aangaan van een zakelijke relatie indien dit noodzakelijk is om de normale gang van zaken niet te verstoren en indien er weinig risico op witwassen of financiering van terrorisme bestaat.