(2) Die Mitgliedstaaten dürfen das Anbieten oder die Abgabe zum unmittelbaren menschlichen Verbrauch von Wein aus in den Vereinigten Staaten von Amerika nach den dortigen Vorschriften geernteten und verarbeiteten Trauben nicht mit der Begründung untersagen, dass möglicherweise eines oder mehrere der im Anhang unter Nummer 2 Buchstaben a) und b) genannten önologischen Verfahren angewandt werden durften.
2. De lidstaten mogen de aanbieding en de levering voor rechtstreekse menselijke consumptie van wijn die verkregen is uit de op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika geoogste en overeenkomstig de in dit land geldende voorschriften tot wijn verwerkte druiven, niet verbieden op grond van het feit dat een of meer van de in punt 2, onder a) en b), van de bijlage genoemde oenologische procédés kunnen zijn gebruikt.