Vertaling van "öffentlichen krankenhäusern beschäftigten ärzten bereits " (Duits → Nederlands) :

In Frankreich haben die unklaren Bestimmungen über die Länge der Arbeitszeit von Ärzten offenbar dazu geführt, dass die normalen Dienstpläne von in öffentlichen Krankenhäusern beschäftigten Ärzten bereits eine Wochenarbeitszeit vorsehen können, die über die 48-Stunden-Grenze der Richtlinie hinausgeht.
In Frankrijk lijken de onduidelijke bepalingen over de arbeidstijd van artsen ertoe geleid te hebben dat de officiële arbeidstijden van artsen in openbare ziekenhuizen de bij de richtlijn vastgestelde grens van 48 uur kunnen overschrijden.

In folgenden Mitgliedstaaten wird der inaktive Bereitschaftsdienst – nach bestimmten sektoralen Regelungen – nicht als volle Arbeitszeit anerkannt: Griechenland (bei den im öffentlichen Sektor beschäftigten Ärzten), Slowenien (Streitkräfte, Polizei, Haftanstalten, Richter, Staatsanwälte) und Spanien (Guardia Civil).
Inactieve aanwezigheidsdienst op de werkplek wordt in Griekenland (artsen in de overheidssector), Slovenië (strijdkrachten, politie, gevangenispersoneel, rechters en openbare aanklagers) en Spanje (Guardia Civil) op grond van specifieke sectorale voorschriften niet volledig als arbeidstijd beschouwd.

Diese so genannten Betriebskinderkrippen werden von privaten und öffentlichen Unternehmen oder von Krankenhäusern zur Betreuung der Kinder ihrer Beschäftigten eingerichtet.
Deze crèches, ook wel bedrijfscrèches genoemd, worden opgezet en gerund door particuliere of overheidsbedrijven of ziekenhuizen om kinderen van hun werknemers op te vangen.

Staat und Behörden versuchen laufend, die Arbeit der Zentren durch Gerichtsverfahren zu schikanieren, und den Ärzten wird damit gedroht, dass sie ihre Arbeit in den öffentlichen Krankenhäusern verlieren, wenn sie für die Zentren arbeiten.
De overheid en de autoriteiten proberen de centra in hun werkzaamheden te boycotten door rechtszaken aan te spannen. Dokters die in openbare ziekenhuizen werkzaam zijn, worden met ontslag bedreigd als ze voor de centra werken.

Der erste Teil beschreibt die Diskriminierungen, unter denen die Ärzte litten, die ihre Tätigkeiten in Krankenhäusern ausübten, die Fachärzte im Verhältnis zu den Allgemeinmedizinern, die Krankenhausärzte im Verhältnis zu Inhabern von Heilhilfsberufen, die durch Honorare vergütet würden und in der gleichen Art von Einrichtung arbeiteten, die in Privatkrankenhäusern arbeitenden Ärzte im Verhältnis zu den in öffentlichen Krankenhäusern arbeitenden Ärzten und schliesslich die Krankenhausärzte im Verhältnis zu den anderen Freiberuflern.
Het eerste onderdeel beschrijft de discriminaties waarvan het slachtoffer zouden zijn : de geneesheren die hun activiteiten uitoefenen in de ziekenhuizen, de specialisten ten opzichte van de huisartsen, de ziekenhuisgeneesheren ten opzichte van de beoefenaars van paramedische beroepen vergoed door middel van honoraria en die in hetzelfde type instellingen werken, de geneesheren die in privé-ziekenhuizen werken ten opzichte van hen die in openbare ziekenhuizen werken en tot slot de ziekenhuisgeneesheren ten opzichte van de andere vrije beroepen.

24. zeigt sich besorgt, dass in vielen Mitgliedstaaten - wenn auch in unterschiedlicher Dimension - ein zunehmender Mangel an gut ausgebildeten Ärzten, medizinischem und pflegerischem Personal besteht; fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, gezielte Anstrengungen zu unternehmen, um die Arbeitsqualität zu verbessern, diese Berufe attraktiver zu machen und die bestehenden Personalengpässe zu beseitigen; betont die Notwendigkeit der Förderung von Aus- und Weiterbildung der Freiwilligen sowie der bereits qualifizierten Beschäftigten in diesem Bereich;
24. maakt zich zorgen over het feit dat in veel lidstaten - hoewel niet overal in even grote mate - sprake is van een toenemend tekort aan gekwalificeerde artsen, geneeskundig en verzorgend personeel; roept de lidstaten met klem op om specifieke inspanningen te verrichten om de arbeidskwaliteit te verhogen, deze beroepen aantrekkelijker te maken en de bestaande personeelstekorten weg te werken; benadrukt de noodzaak van bevordering van bij- en nascholing van de vrijwilligers en de gekwalificeerde werknemers in deze sector;

24. zeigt sich besorgt, dass in vielen Mitgliedstaaten - wenn auch in unterschiedlicher Dimension - ein zunehmender Mangel an gut ausgebildeten Ärzten, medizinischem und pflegerischem Personal besteht; fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, gezielte Anstrengungen zu unternehmen, um die Arbeitsqualität zu verbessern, diese Berufe attraktiver zu machen und die bestehenden Personalengpässe zu beseitigen; betont die Notwendigkeit der Förderung von Aus- und Weiterbildung der Freiwilligen sowie der bereits qualifizierten Beschäftigten in diesem Bereich;
24. maakt zich zorgen over het feit dat in veel lidstaten - hoewel niet overal in even grote mate - sprake is van een toenemend tekort aan gekwalificeerde artsen, geneeskundig en verzorgend personeel; roept de lidstaten met klem op om specifieke inspanningen te verrichten om de arbeidskwaliteit te verhogen, deze beroepen aantrekkelijker te maken en de bestaande personeelstekorten weg te werken; benadrukt de noodzaak van bevordering van bij- en nascholing van de vrijwillige, alsook de reeds gekwalificeerde werknemers in deze sector;

14. zeigt sich besorgt, dass in allen Mitgliedstaaten - wenn auch in unterschiedlicher Dimension - ein zunehmender Mangel an gut ausgebildeten Ärzten, medizinischem und pflegerischem Personal besteht; fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, gezielte Anstrengungen zu unternehmen, um die Arbeitsqualität zu verbessern, diese Berufe attraktiver zu machen und die bestehenden Personalengpässe zu beseitigen; betont die Notwendigkeit der Förderung von Aus- und Weiterbildung der Freiwilligen sowie der bereits qualifizierten Beschäftigten in diesem Bereich; betont in diesem Zusammenhang, dass die derzeitigen Mitgliedstaaten bei der Einstellung von medizinischem und Pflegepersonal aus den neuen Mitgliedstaaten die gleichen Maßstäbe in Bezug auf Qualität der Arbeit, berufliche Qualifikation und Arbeitsentgelt gelten lassen und bestrebt sein sollten, die Einstellung von Personal aus weniger wohlhabenden Drittländern zu begrenzen, damit sich deren Situation nicht verschlechtert;
14. is bezorgd dat in alle lidstaten - hoewel in verschillende mate - een toenemend gebrek aan goed opgeleide artsen en medisch en verzorgend personeel bestaat; dringt er met klem bij de lidstaten op aan gerichte maatregelen te treffen om de arbeidskwaliteit te verbeteren, deze beroepen aantrekkelijker te maken en de bestaande knelpunten op te lossen; benadrukt de noodzaak van bevordering van de opleiding en voortgezette bijscholing van de in deze sector werkzame vrijwilligers, maar ook van de personen die reeds gekwalificeerd zijn; benadrukt in dit verband dat de huidige lidstaten dezelfde normen ten aanzien van de kwaliteit van het werk, beroepskwalificaties en beloning moeten toepassen wanneer zij medisch en verzorgend personeel werven in de nieuwe lidstaten en ernaar moeten streven de rekrutering uit minder welvarende derde landen te beperken, teneinde de situatie in deze landen niet te verslechteren;

14. zeigt sich besorgt, dass in allen Mitgliedstaaten - wenn auch in unterschiedlicher Dimension - ein zunehmender Mangel an gut ausgebildeten Ärzten, medizinischem und pflegerischem Personal besteht; fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, gezielte Anstrengungen zu unternehmen, um die Arbeitsqualität zu verbessern, diese Berufe attraktiver zu machen und die bestehenden Personalengpässe zu beseitigen; betont die Notwendigkeit der Förderung von Aus- und Weiterbildung der Freiwilligen sowie der bereits qualifizierten Beschäftigten in diesem Bereich; betont in diesem Zusammenhang, dass die derzeitigen Mitgliedstaaten bei der Einstellung von medizinischem und Pflegepersonal aus den neuen Mitgliedstaaten die gleichen Maßstäbe in Bezug auf Qualität der Arbeit, berufliche Qualifikation und Arbeitsentgelt gelten lassen sollten und bestrebt sein sollten, die Einstellung von Personal aus weniger wohlhabenden Drittländern zu begrenzen, damit sich Situation nicht verschlechtert;
14. is bezorgd dat in alle lidstaten - hoewel in verschillende mate - een toenemend gebrek aan goed opgeleide artsen en medisch en verzorgend personeel bestaat; dringt er met klem bij de lidstaten op aan gerichte maatregelen te treffen om de arbeidskwaliteit te verbeteren, deze beroepen aantrekkelijker te maken en de bestaande knelpunten op te lossen; benadrukt de noodzaak van bevordering van de opleiding en voortgezette bijscholing van de in deze sector werkzame vrijwilligers, maar ook van de personen die reeds gekwalificeerd zijn; benadrukt in dit verband dat de huidige lidstaten dezelfde normen ten aanzien van de kwaliteit van het werk, beroepskwalificaties en beloning moeten toepassen wanneer zij medisch en verzorgend personeel werven in de nieuwe lidstaten en ernaar moeten streven de rekrutering uit minder welvarende derde landen te beperken, teneinde de situatie in deze landen niet te verslechteren;