6. ist der Auffassung, dass es nicht zwingend vorgeschrieben sein sollte, religiöse Symbole in von den öffentlichen Behörden genutzten Gebäuden anzubringen, während die Verwendung, das Tragen oder Anbringen solcher Symbole an privaten Orten, wie Häusern, Gebetsstätten und Konfessionsschulen, sowie in öffentlichen Bereichen uneingeschränkt gewährleistet sein sollte;
6. is van mening dat religieuze symbolen niet verplicht moeten worden getoond in door overheidsinstanties gebruikte gebouwen, terwijl het gebruik, het dragen of het tonen van dergelijke symbolen volledig moet zijn gewaarborgd in privéruimten zoals woningen, ruimten voor godsdienstoefening en scholen voor bijzonder onderwijs en in openbare ruimten;