Wenn das übermäßige Defizit daher rührt, daß der Referenzwert für das öffentliche Defizit überschritten worden ist, so wird die Höhe der Einlage oder Geldbuße durch eine feste Komponente in Höhe von 0,2 % des BIP und durch eine veränderliche Komponente bestimmt, die einem Zehntel des Betrags entspricht, um den das Defizit den Referenzwert von 3% des BIP übersteigt.
Indien het buitensporig tekort het gevolg is van niet-naleving van de referentiewaarde voor de overheidstekortquote, zal het te deponeren bedrag of de boete bestaan uit een vast bestanddeel gelijk aan 0,2 % van het BBP en een variabel bestanddeel gelijk aan een tiende van het bedrag waarmee het tekort de referentiewaarde van 3 % van het BBP overschrijdt.