Nach der Unterrichtung bekräftigte der Wirtschaftszweig der Union seine Argumente, dass auf öffentlich zugänglichen Informationen basierende Stahlpreise keine geeignete Vergleichsgrundlage seien, da die von kleineren Unternehmen auf dem Stahlmarkt gezahlten Preise über den Referenzpreisen auf dem Weltmarkt lägen, und auch über den Preisen, die von den Unternehmen gezahlt worden seien, die der in Erwägungsgrund 24 genannten Interimsüberprüfung unterlegen hätten.
Na de mededeling van feiten en overwegingen herhaalde de bedrijfstak van de Unie zijn argumenten dat staalprijzen op basis van openbaar beschikbare gegevens geen geschikte vergelijkingsbasis vormen, aangezien de prijzen die de kleinere marktdeelnemers op de staalmarkt betalen, hoger zouden zijn dan de internationale referentieprijzen en ook hoger dan de prijzen die worden betaald door de ondernemingen die werden onderzocht bij het in overweging 24 genoemde tussentijdse nieuwe onderzoek.
