14. betont, dass unbedingt eine Kultur des gegenseitigen Vertrauens, der Zuversicht und des Lernens gefördert werd
en muss, in der die Arbeitnehmer dazu ermutigt werden, zu
r Entwicklung eines gesunden und sicheren Arbeitsumfelds beizutragen, und die gleichzeitig die soziale Inklusion der Arbeitnehmer und die Wettbewerbsfähigkeit von Unternehmen fördert; hebt in diesem Zusammenhang hervor, dass kein Arbeitn
ehmer benachteiligt werden darf, weil er Beden ...[+++]ken im Zusammenhang mit Gesundheit und Sicherheit äußert;
14. benadrukt dat het van belang is dat er een cultuur van wederzijds vertrouwen en leergierigheid wordt bevorderd, waarin werknemers worden aangemoedigd bij te dragen tot de ontwikkeling van een gezonde en veilige werkomgeving, wat ook de sociale inclusie van werknemers en het concurrentievermogen van bedrijven ten goede komt; benadrukt, in deze context, dat werknemers geen nadeel mogen ondervinden wanneer zij gezondheids- en veiligheidskwesties aankaarten;