De berekeningswijze die in de « methode 2006 » (artikel 56ter, § 5) wordt gehanteerd, omvat
twee fasen : in een eerste fase wordt bepaald of een ziekenhuis in totaal meer heeft uitgegeven dan de vooropgestelde referentie-uitgaven op basis van de referentiebedragen, vermeerder
d met een marge van tien percent; in een tweede fase wordt het effectief terug te betalen bedrag bepaald, waarbij geen rekening wordt gehouden met de gemiddelde referentie-uitgaven, vermeerderd met tien percent, maar met
...[+++]de mediaanuitgaven.