Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Anfrage zur mündlichen Beantwortung
Anfrage zur mündlichen Beantwortung mit Aussprache
Datum der ersten Einreise
Frühsterblichkeit
Fähigkeit zum ersten Atomschlag
Fähigkeit zum ersten Schlag
Grundlagen der Ersten Hilfe vermitteln
Intrauterine Mortalität
Neugeborenensterblichkeit
Perinatal-Sterblichkeit
Prinzipien der Ersten Hilfe vermitteln
Schwerer Verstoß ersten Grades
Sterbefälle im ersten Lebensmonat
Strategie des ersten Atomschlags
Strategie des ersten Schlags
Säuglingssterblichkeit
Verstoß ersten Grades
Vertragspartei der ersten Einreise

Vertaling van "beantwortung ersten " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Anfrage zur mündlichen Beantwortung | Anfrage zur mündlichen Beantwortung mit Aussprache

vraag met verzoek om mondeling antwoord | vraag met verzoek om mondeling antwoord gevolgd door een debat


Grundlagen der Ersten Hilfe vermitteln | Prinzipien der Ersten Hilfe vermitteln

eerstehulpprincipes aanleren | eerstehulpprincipes doceren | eerstehulpprincipes onderwijzen


Strategie des ersten Atomschlags | Strategie des ersten Schlags

strategie van de eerste klap


Fähigkeit zum ersten Atomschlag | Fähigkeit zum ersten Schlag

het vermogen de eerste klap uit te delen | het vermogen de eerste nucleaire klap uit te delen




Vertragspartei der ersten Einreise

Overeenkomstsluitende Partij van eerste binnenkomst


schwerer Verstoß ersten Grades

zware overtreding van de eerste graad




Lehranstalt für technischen Vollzeithochschulunterricht des ersten Grades

inrichting voor het hoger technisch onderwijs van de eerste graad met volledig leerplan


Säuglingssterblichkeit [ Frühsterblichkeit | intrauterine Mortalität | Neugeborenensterblichkeit | Perinatal-Sterblichkeit | Sterbefälle im ersten Lebensmonat ]

kindersterfte [ postnatale sterfte | sterfte bij de geboorte | zuigelingensterfte ]
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
3. Obliegt es dem Verfassungsgerichtshof, die Folgen der gemäß den Erwägungen B.29, B.32.4, B.34.5, B.35.5, B.38.6, B.39.7 und B.40.7 für nichtig zu erklärenden Bestimmungen sowie der gegebenenfalls völlig oder teilweise für nichtig zu erklärenden Bestimmungen in dem Fall, dass aus der Beantwortung der ersten und zweiten Vorabentscheidungsfrage hervorgehen sollte, dass sie im Widerspruch zum Recht der Europäischen Union stehen, zeitweilig aufrechtzuerhalten, damit der Gesetzgeber in die Lage versetzt wird, sie mit diesem Recht in Einklang zu bringen?

3. Staat het aan het Hof de gevolgen van de ingevolge B.29, B.32.4, B.34.5, B.35.5, B.38.6, B.39.7 en B.40.7 te vernietigen bepalingen, alsmede die van de bepalingen die in voorkomend geval geheel of gedeeltelijk dienen te worden vernietigd, mocht uit het antwoord op de eerste of de tweede prejudiciële vraag volgen dat zij in strijd zijn met het recht van de Europese Unie, tijdelijk te handhaven teneinde de wetgever in staat te stellen ze in overeenstemming te brengen met dat recht ?


5. Ist im Falle der bejahenden Beantwortung der ersten vier Vorabentscheidungsfragen dieselbe Feststellung der Verfassungswidrigkeit dieser Bestimmung geboten, wenn davon auszugehen wäre, dass Artikel 145 des KIV-Gesetzes dahin ausgelegt werden kann, dass er beinhaltet, dass sowohl die Mitglieder der Widerspruchskammer, die als ' Vertreter ' der Versicherungsträger ernannt wurden, als auch diejenigen, die als ' Vertreter ' der repräsentativen Berufsorganisationen der Pflegeerbringer ernannt wurden, wegen ihrer technischen Kenntnisse des Fachgebiets vorgeschlagen und ernannt werden und auf unabhängige Weise in der Erfüllung ihres Auftrags als Richter, und sei es nur mit beratender Stimme während der Beratung, auftreten müssen?

5. Zou, indien de eerste vier prejudiciële vragen bevestigend worden beantwoord, dezelfde vaststelling van ongrondwettigheid van die bepaling moeten worden gedaan indien zou moeten worden geoordeeld dat artikel 145 van de ZIV-Wet in die zin kan worden geïnterpreteerd dat het inhoudt dat zowel de leden van de kamer van beroep die als ' vertegenwoordigers ' van de verzekeringsinstellingen zijn benoemd als die welke als ' vertegenwoordigers ' van de representatieve beroepsorganisaties van de verstrekkers van gezondheidszorg zijn benoemd, worden voorgedragen en benoemd wegens hun technische kennis van de materie en onafhankelijk dienen te handelen bij het vervullen van hun opdracht als rechter, zij het met louter raadgevende stem tijdens de ber ...[+++]


4. Ist im Falle der bejahenden Beantwortung der ersten drei Vorabentscheidungsfragen dieselbe Feststellung der Verfassungswidrigkeit dieser Bestimmung geboten, wenn davon auszugehen wäre, dass Artikel 145 des KIV-Gesetzes dahin ausgelegt werden kann, dass er es den Versicherungsträgern ermöglicht, Ärzte, die keine Vertrauensärzte sind, als Kandidaten zu ihrer Vertretung vorzuschlagen?

4. Zou, indien de eerste drie prejudiciële vragen bevestigend worden beantwoord, dezelfde vaststelling van ongrondwettigheid van die bepaling moeten worden gedaan indien zou moeten worden geoordeeld dat artikel 145 van de ZIV-Wet in die zin kan worden geïnterpreteerd dat het de verzekeringsinstellingen toestaat geneesheren die geen adviserend geneesheren zouden zijn, voor te dragen als kandidaten die hen moeten vertegenwoordigen ?


Wie bereits in der Beantwortung der ersten Vorabentscheidungsfrage dargelegt wurde, ist es an sich nicht diskriminierend, dass der Gesetzgeber durch Artikel 2 § 1 Nr. 1 des LASS-Gesetzes den König ermächtigt hat, durch einen im Ministerrat beratenen Erlass und nach Stellungnahme des Nationalen Arbeitsrates den Anwendungsbereich der Sozialversicherungsregelung für Arbeitnehmer auf bestimmte Kategorien von Personen auszudehnen, die nicht durch einen Arbeitsvertrag gebunden sind, die jedoch aus wirtschaftlich-sozialer Sicht « unter ähnlichen Bedingungen wie denen eines Arbeitsvertrags eine Arbeit verrichten », selbst wenn sie dabei nicht unter der Autorität einer anderen Person stehen.

Zoals reeds in antwoord op de eerste prejudiciële vraag is gesteld, is het, op zich genomen, niet discriminerend dat de wetgever bij artikel 2, § 1, 1°, van de RSZ-Wet de Koning ertoe heeft gemachtigd om, bij een in Ministerraad overlegd besluit en na het advies van de Nationale Arbeidsraad te hebben ingewonnen, het toepassingsgebied van het stelsel van de sociale zekerheid voor werknemers uit te breiden tot bepaalde categorieën van personen die niet door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden, maar die sociaaleconomisch beschouwd « arbeid verrichten in gelijkaardige voorwaarden, als die van een arbeidsovereenkomst », zelfs al zijn zij daarbij niet onderworpen aan het gezag van een andere persoon.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In seinem Entscheid Nr. 34/2015 vom 12. März 2015, der in Beantwortung einer Vorabentscheidungsfrage ergangen ist, die vom Staatsrat in dessen Entscheid Nr. 226. 627 vom 6. März 2014 in Sachen der in der vorliegenden Nichtigkeitsklage klagenden Parteien, handelnd in ihrer Eigenschaft als gesetzliche Vertreter ihrer minderjährigen Tochter, gestellt worden war, für Recht erkannt: « Dahin ausgelegt, dass sie nicht das Recht für die Eltern beinhalten, auf einfachen, nicht weiter begründeten Antrag für ihre Kinder eine Befreiung von der Teilnahme am Unterricht in einer der anerkannten Religionen oder in nichtkonfessioneller Sittenlehre zu erhalten, verstoßen Artikel 8 des Gesetzes vom 29. Mai 1959 zur Abänderung bestimmter Rechtsvorschriften ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 34/2015 van 12 maart 2015, in antwoord op de prejudiciële vraag gesteld door de Raad van State bij zijn arrest nr. 226.627 van 6 maart 2014 inzake de verzoekende partijen in het onderhavige beroep tot vernietiging, handelend in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van hun minderjarige dochter, tegen de stad Brussel en de Franse Gemeenschap, heeft het Hof voor recht gezegd : « In die zin geïnterpreteerd dat zij voor een ouder niet het recht inhouden om op eenvoudig, niet anders gemotiveerd verzoek voor zijn kind een vrijstelling te verkrijgen om het onderricht in een van de erkende godsdiensten of dat in de niet-confessionele zedenleer te volgen, schenden artikel 8 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige be ...[+++]


6. stellt fest, dass die allgemeine, von der Konferenz der Präsidenten beschlossene Regel, dass 45 Fragen gestellt werden, für deren Beantwortung drei Minuten zur Verfügung stehen, den Ausschüssen nicht genügend Flexibilität gab, um ihre Vorgehensweise, sofern erforderlich, zu variieren, zum Beispiel durch die Aufnahme eines „Catch the eye“ Verfahrens oder eine Verlängerung der Redezeit in der ersten Runde, und dass drei Minuten für eine Anschlussfrage völlig unzureichend waren; vertritt die Auffassung, dass zukünftig Vorkehrungen getroffen werden sollten, um den Ausschüssen mehr Flexibilität zu geben, und gleichzeitig der inquisitorische Charakter der Anhörungen durch die wirksame Anwendung des Ping Pong Prinzips sichergestellt werden sol ...[+++]

6. wijst erop dat de algemeen geldende regel van 45 vragen van drie minuten, zoals vastgesteld door de Conferentie van voorzitters, de commissies onvoldoende flexibiliteit bood om waar nodig hun methoden aan te passen, bijvoorbeeld door een "catch-the-eye"-procedure in te voeren of door meer tijd uit te trekken voor de sprekers tijdens de eerste ronde, en wijst erop dat drie minuten absoluut onvoldoende waren voor aanvullende vragen; is van mening dat er in de toekomst moet worden gezorgd voor meer flexibiliteit voor de commissies, terwijl de inquisitoire aard van de hoorzittingen moet worden gewaarborgd door middel van de daadwerkelijke toepassing van het "pingpong"-principe;


- unter Hinweis auf seine Entschließung vom 15. November 1961, in Beantwortung der vom Ministerrat der EWG zu dem Vorschlag einer ersten Durchführungsverordnung zu den Artikeln 85 und 86 des EWG-Vertrags vom Parlament erbetenen Konsultation ,

– onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 november 1961 ter beantwoording van de raadpleging van het Europese Parlement door de Raad van de Europese Economische Gemeenschap inzake het voorstel voor een eerste verordening inzake de toepassing van de artikelen 85 en 86 van het EEG-Verdrag ,


- unter Hinweis auf seine Entschließung vom 15. November 1961, in Beantwortung der vom Ministerrat der EWG zu dem Vorschlag einer ersten Durchführungsverordnung zu den Artikeln 85 und 86 des EWG-Vertrags vom Parlament erbetenen Konsultation,

– onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 november 1961 ter beantwoording van de raadpleging van het Europese Parlement door de Raad van de Europese Economische Gemeenschap inzake het voorstel voor een eerste verordening inzake de toepassing van de artikelen 85 en 86 van het EEG-Verdrag,


6. begrüßt den lebhaften Verlauf der Fragestunde mit der Kommission in Rom und fordert das Präsidium der PPV auf, die Fragestunde mit dem Rat und der Kommission künftig ähnlich und weniger formell zu gestalten; schlägt zu diesem Zweck und im Interesse einer effizienten Nutzung der verfügbaren Zeit vor, die ersten Antworten im Vorhinein schriftlich zu verteilen; unterstreicht, dass die mündlichen Anfragen dazu dienen, demjenigen, der die Frage einreicht, und anderen Mitgliedern der PPV die Gelegenheit zu einem Kreuzverhör der Kommissions- und Ratsvertreter im Anschluss an die erste Beantwortung der eingereichten Anfragen zu geben;

6. is verheugd over het geanimeerde karakter van het vragenuur met de Commissie in Rome en verzoekt het Bureau van de PPV het vragenuur met de Raad en de Commissie in de toekomst op een soortgelijke en minder formele wijze te organiseren; stelt te dien einde en met het oog op een efficiënt gebruik van de beschikbare tijd voor dat de oorspronkelijke antwoorden in schriftelijke vorm van tevoren moeten worden rondgedeeld; benadrukt dat het doel van mondelinge vragen is de indiener van de vraag en andere leden van de PPV gelegenheid te geven om na het oorspronkelijk antwoord op de vraag aanvullende vragen te stellen aan de vertegenwoordigers van de Commissie en de Raad;


6. begrüßt den lebhaften Verlauf der Fragestunde mit der Kommission in Rom und fordert das Präsidium der PPV auf, die Fragestunde mit dem Rat und der Kommission künftig ähnlich und weniger formell zu gestalten; schlägt zu diesem Zweck und im Interesse einer effizienten Nutzung der verfügbaren Zeit vor, die ersten Antworten im Vorhinein schriftlich zu verteilen; unterstreicht, dass die mündlichen Anfragen dazu dienen, demjenigen, der die Frage einreicht, und anderen Mitgliedern der PPV die Gelegenheit zu einem Kreuzverhör der Kommissions- und Ratsvertreter im Anschluss an die erste Beantwortung der eingereichten Anfragen zu geben;

6. is verheugd over het geanimeerde karakter van het vragenuur met de Commissie in Rome en verzoekt het Bureau van de PPV het vragenuur met de Raad en de Commissie in de toekomst op een soortgelijke en minder formele wijze te organiseren; stelt te dien einde en met het oog op een efficiënt gebruik van de beschikbare tijd voor dat de oorspronkelijke antwoorden in schriftelijke vorm van tevoren moeten worden rondgedeeld; benadrukt dat het doel van mondelinge vragen is de indiener van de vraag en andere leden van de PPV gelegenheid te geven om na het oorspronkelijk antwoord op de vraag aanvullende vragen te stellen aan de vertegenwoordigers van de Commissie en de Raad;


w