In demselben Urteil hat der vorlegende Richter - neben der Frage an den Verfa
ssungsgerichtshof - zwei Vorabentscheidungsfragen an den Gerichtshof der Europäischen Union gestellt, und zwar bezüglich des Anwendungsbereichs der Richtlinie 2005/29/EG des Europäischen Parlamentes und des Rates vom 11. Mai 2005 über unlautere Geschäftspraktiken im binnenmarktintern
en Geschäftsverkehr zwischen Unternehmen und Verbrauchern (erste Vorabentscheidungsfrage) und bezüglich der Möglichkeit für den nationalen Gesetzgeber, im Lichte der europäischen
...[+++]Regelung die Kaufleute zur Einhaltung eines wöchentlichen Ruhetags zu verpflichten (zweite Vorabentscheidungsfrage).
In hetzelfde vonnis heeft de verwijzende rechter, naast de vraag aan het Grondwettelijk Hof, twee prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie aangaande het toepassingsgebied van de richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt (eerste prejudiciële vraag) en aangaande de mogelijkheid voor de nationale wetgever om, in het licht van de Europese regelgeving, de handelaar te verplichten een wekelijkse sluitingsdag in acht te nemen (tweede prejudiciële vraag).