Vertaling van "zwingende begründung vorgenommener handlungen " (Duits → Nederlands) :

Diesbezüglich seien genannt: die Grundsätze des Rechts der Subjekte auf Anhörung und Gegendarstellung vor Erlass von sie beschwerenden Entscheidungen, die zwingende Begründung vorgenommener Handlungen, die Bestimmungen in Sachen Transparenz und Zugang zu Dokumenten und die Vorschriften über den Schutz personenbezogener Daten und Geheimhaltung, die Vorkehrungen zum Schutz der finanziellen Interessen der Gemeinschaften und zur Bekämpfung von Betrug, Korruption und anderer die Interessen der Gemeinschaft schädigender rechtswidriger Praktiken.
In dit verband kunnen worden genoemd: de beginselen betreffende het recht van de operatoren op hoor en wederhoor voordat besluiten worden genomen die voor hen bezwaarlijk zijn; de verplichting om maatregelen te motiveren; de bepalingen over de transparantie en de toegang tot documenten; de regelgeving ter bescherming van persoonlijke gegevens en de vertrouwelijkheid van zaken; de bepalingen ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, de bestrijding van fraude; corruptie en alle andere illegale activiteiten die de belangen van de Gemeenschap schaden.

Auf die Agenturen Anwendung finden müssen bestimmte Grundsätze und Regeln guter Verwaltungspraxis (Recht der Betroffenen auf Anhörung und Gegendarstellung, zwingende Begründung vorgenommener Handlungen, Zugang zu Dokumenten, Schutz personenbezogener Daten und Geheimhaltung, Schutz der finanziellen Interessen der Gemeinschaften, Bekämpfung von Betrug und Korruption und zwingenden Regelung in Sprachangelegenheiten).
Bepaalde beginselen en regels voor goed bestuur (het recht van de betreffende operatoren op hoor en wederhoor, de verplichting tot motivering van maatregelen, toegang tot documenten, bescherming van persoonlijke gegevens en de vertrouwelijkheid van zaken, bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, fraudebestrijding, de talenregeling) moeten op alle agentschappen van toepassing worden.

Gemäß dem deutschen Gesetz, mit dem Artikel 4 Absatz 4 des Rahmenbeschlusses als zwingender Ablehnungsgrund umgesetzt wurde, kann die für Deutschland vollstreckende Justizbehörde die Vollstreckung des Europäischen Haftbefehls wie im Falle von Søren Kam mit der Begründung verweigern, dass die Strafverfolgung oder -vollstreckung nach den deutschen Rechtsvorschriften verjährt ist, sofern hinsichtlich der Handlungen nach dem deutschen Durchführungsgesetz Gerichtsbarkeit bestand, auch wenn die Taten, wegen der die gesuchte Person verfolgt wird, noch zu einer Verurteilung im Ausstellungsmitgliedstaat führen könnte.
Zo kan volgens de Duitse wet, die artikel 4, lid 4, van het kaderbesluit omzet als grond tot verplichte weigering, de uitvoerende gerechtelijke instantie voor Duitsland een Europees aanhoudingsbevel weigeren uit te voeren, zoals in de zaak-Søren Kam, op grond van de overweging dat het strafbare feit of de straf volgens de Duitse wet verjaard is, wanneer de feiten krachtens de Duitse omzettingswetgeving onder haar bevoegdheid vallen, zelfs wanneer de feiten waarvoor de gezochte persoon vervolgd wordt, in de uitvaardigende lidstaat nog tot een veroordeling kunnen leiden.