Schließlich stellt die Kommission fest, dass der Beihilfebetrag, der für die zweite Maßnahme berechnet wurde, d. h. 156 000 EUR, auf der Grundlage der Bestimmungen aus Punkt 4.2.2 des Vorübergehenden Gemeinschaftsrahmens nicht als mit dem Binnenmarkt vereinbar erklärt werden kann, da die zweite Maßnahme nicht in Form einer Beihilferegelung gewährt wurde und keine Erklärung über eine De-minimis-Beihilfe vorlag.
Tot slot merkt de Commissie op dat het voor de tweede maatregel berekende steunbedrag van 156 000 EUR op grond van de voorwaarden van punt 4.2.2. van de tijdelijke kaderregeling niet als verenigbaar met de interne markt kan worden verklaard omdat deze steun niet is toegekend in de vorm van een regeling en omdat geen de-minimisverklaring is voorgelegd.