Diese Maßnahme ist darüber hinaus nicht unverhältnismäßig, da die Frist von fünfzehn Tagen die Kassationserklärung betrifft, wobei der Kläger anschließend über eine Frist von zwei Monaten verfügt, um den Schriftsatz mit den Kassationsgründen einzureichen (Artikel 429 des Strafprozessgesetzbuches).
Die maatregel is bovendien niet onevenredig, aangezien de termijn van vijftien dagen betrekking heeft op de verklaring van cassatieberoep, waarbij de verzoeker vervolgens beschikt over een termijn van twee maanden om de memorie met de cassatiemiddelen in te dienen (artikel 429 van het Wetboek van strafvordering).