45. ist der Auffassung, dass die Forderung der Richtlinie 95/21/EG nach Hafenstaatüberprüfungen auf mindesten 25% der die Häfen der Mitgliedstaaten anlaufenden Schiffe unzureichend ist; empfiehlt, dass diese Überprüfungen in allen Häfen mit bedeutendem Seeverkehr durchgeführt werden und nicht auf Grund eines auf einzelstaatlicher Ebene gebildeten Durchschnitts zur Hafennutzung - ansonsten würden sich zwei Hafenkategorien herausbilden: „strenge“ Häfen und „tolerante“ Häfen; verweist darauf, dass die Definition von „bedeuten
dem Seeverkehr“ auf zwei Indikatoren beruhen muss, einmal auf dem Verkehrsvolumen (beispielsweise 50 Schiffe monatl
...[+++]ich) und zum anderen auf die Menge gefährlicher und umweltverschmutzender Fracht; 45. meent dat de vereiste van richtlijn 95/21/EG dat op tenminste 25% van de schepen die de havens van de lidstaten binnenvaren een havenstaatinspectie moet worden uitgevoerd onvoldoende is; stelt voor dat deze inspecties worden uitgevoerd in elke haven met een significant zeevaartverkeer en niet op basis van een
op nationale schaal berekend gemiddelde
- anders zouden er twee categorieën havens ontstaan: 'strikte' en 'tolerante' havens; meent dat de definitie van 'significant zeevaartverkeer' gebaseerd zou
moeten zijn op twee indicatoren ...[+++], een met betrekking tot het volume van het verkeer (bijvoorbeeld 50 schepen per maand) en een met betrekking tot de hoeveelheid gevaarlijke en vervuilende vracht die wordt vervoerd;