Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "zwar sehr wohl " (Duits → Nederlands) :

[17] Zwar haben sich Prognosen über eine globale Verknappung der meisten nicht erneuerbaren Ressourcen als unbegründet erwiesen, doch bleibt festzustellen, dass die heimischen Vorkommen der EU sehr wohl begrenzt sind.

[18] Het is ook van belang op te merken dat, alhoewel voorspellingen van een wereldwijde fysieke schaarste van de meeste niet-niet hernieuwbare hulpbronnen op de middellange termijn niet gefundeerd bleken, de eigen reserves in de EU beperkt zijn.


38. bekräftigt in diesem Zusammenhang seinen Standpunkt zu dem Konzept der Diffamierung von Religionen und vertritt die Auffassung, dass das Problem der Diskriminierung religiöser Minderheiten zwar sehr wohl in vollem Umfang behandelt werden muss, dass aber die Aufnahme dieses Konzepts in das Protokoll über zusätzliche Standards zu Rassismus, Rassendiskriminierung, Fremdenfeindlichkeit und allen Formen der Diskriminierung nicht sachgerecht ist; begrüßt die von der EU-Delegation organisierte Nebenveranstaltung anlässlich des 25. Jahrestags der Einrichtung des Mandats des Sonderberichterstatters über Religions- und Glaubensfreiheit; ford ...[+++]

38. herhaalt in dit verband zijn standpunt ten aanzien van "belastering van godsdiensten" en erkent weliswaar de noodzaak om het probleem van discriminatie van religieuze minderheden aan de orde te stellen, maar is wel van mening dat het niet wenselijk is dit begrip op te nemen in het Protocol inzake aanvullende normen ten aanzien van racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en discriminatie; is ingenomen met de door de delegatie van de EU ter zijde georganiseerde manifestatie ter herinnering van de 25e verjaardag van de invoering van het mandaat van de Speciale Rapporteur inzake vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging; ve ...[+++]


38. bekräftigt in diesem Zusammenhang seinen Standpunkt zu dem Konzept der Diffamierung von Religionen und vertritt die Auffassung, dass das Problem der Diskriminierung religiöser Minderheiten zwar sehr wohl in vollem Umfang behandelt werden muss, dass aber die Aufnahme dieses Konzepts in das Protokoll über zusätzliche Standards zu Rassismus, Rassendiskriminierung, Fremdenfeindlichkeit und allen Formen der Diskriminierung nicht sachgerecht ist; begrüßt die von der EU-Delegation organisierte Nebenveranstaltung anlässlich des 25. Jahrestags der Einrichtung des Mandats des Sonderberichterstatters über Religions- und Glaubensfreiheit; ford ...[+++]

38. herhaalt in dit verband zijn standpunt ten aanzien van „belastering van godsdiensten” en erkent weliswaar de noodzaak om het probleem van discriminatie van religieuze minderheden aan de orde te stellen, maar is wel van mening dat het niet wenselijk is dit begrip op te nemen in het Protocol inzake aanvullende normen ten aanzien van racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en discriminatie; is ingenomen met de door de delegatie van de EU ter zijde georganiseerde manifestatie ter herinnering van de 25e verjaardag van de invoering van het mandaat van de Speciale Rapporteur inzake vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging; ve ...[+++]


32. weist auf Probleme im Zusammenhang mit der Rechtsunsicherheit bei Handelsbewegungen aus und in Nicht-EU-Staaten sowie auf das Problem der gerichtlichen Zuständigkeit für die Beilegung von Rechtsstreitigkeiten hin; stellt fest, dass es zwar sehr wohl Grundsätze des Internationalen Privatrechts gibt, deren Umsetzung jedoch eine Reihe von Problemen aufwirft, die hauptsächlich Verbraucher und kleine Unternehmen betreffen, welche oft nicht genug über ihre eigenen Rechte Bescheid wissen; weist ferner auf die neuen rechtlichen Herausforderungen hin, die sich aus der Globalisierung und der Entwicklung des Internethandels ergeben; betont d ...[+++]

32. vestigt de aandacht op problemen in verband met de wettelijke onzekerheid van handelsuitwisselingen met landen die geen deel uitmaken van de EU, en op de vraag welk rechtsgebied bevoegd is voor de regeling van een bepaald geschil; merkt op dat er weliswaar beginselen inzake het internationaal privaatrecht voorhanden zijn, maar dat de toepassing van deze beginselen aanleiding geeft tot een aantal problemen voor hoofdzakelijk consumenten en kleine ondernemingen, die namelijk vaak onvoldoende op de hoogte zijn van hun eigen rechten; onderstreept daarnaast de nieuwe juridische uitdagingen die het gevolg zijn van de globalisering en van ...[+++]


32. weist auf Probleme im Zusammenhang mit der Rechtsunsicherheit bei Handelsbewegungen aus und in Nicht-EU-Staaten sowie auf das Problem der gerichtlichen Zuständigkeit für die Beilegung von Rechtsstreitigkeiten hin; stellt fest, dass es zwar sehr wohl Grundsätze des Internationalen Privatrechts gibt, deren Umsetzung jedoch eine Reihe von Problemen aufwirft, die hauptsächlich Verbraucher und kleine Unternehmen betreffen, welche oft nicht genug über ihre eigenen Rechte Bescheid wissen; weist ferner auf die neuen rechtlichen Herausforderungen hin, die sich aus der Globalisierung und der Entwicklung des Internethandels ergeben; betont d ...[+++]

32. vestigt de aandacht op problemen in verband met de wettelijke onzekerheid van handelsuitwisselingen met landen die geen deel uitmaken van de EU, en op de vraag welk rechtsgebied bevoegd is voor de regeling van een bepaald geschil; merkt op dat er weliswaar beginselen inzake het internationaal privaatrecht voorhanden zijn, maar dat de toepassing van deze beginselen aanleiding geeft tot een aantal problemen voor hoofdzakelijk consumenten en kleine ondernemingen, die namelijk vaak onvoldoende op de hoogte zijn van hun eigen rechten; onderstreept daarnaast de nieuwe juridische uitdagingen die het gevolg zijn van de globalisering en van ...[+++]


7. weist auf Probleme im Zusammenhang mit der Rechtsunsicherheit bei Handelsbewegungen aus und in Nicht-EU-Staaten sowie auf das Problem der gerichtlichen Zuständigkeit für die Beilegung von Rechtsstreitigkeiten hin; stellt fest, dass es zwar sehr wohl Grundsätze des Internationalen Privatrechts gibt, deren Umsetzung jedoch eine Reihe von Problemen aufwirft, die hauptsächlich Verbraucher und kleine Unternehmen betreffen, welche oft nicht genug über ihre eigenen Rechte Bescheid wissen; weist ferner auf die neuen rechtlichen Herausforderungen hin, die sich aus der Globalisierung und der Entwicklung des Internethandels ergeben; betont di ...[+++]

7. vestigt de aandacht op problemen in verband met de wettelijke onzekerheid van handelsuitwisselingen met landen die geen deel uitmaken van de EU, en op de vraag welk rechtsgebied bevoegd is voor de regeling van een bepaald geschil; merkt op dat er weliswaar beginselen inzake het internationaal privaatrecht voorhanden zijn, maar dat de toepassing van deze beginselen aanleiding geeft tot een aantal problemen voor hoofdzakelijk consumenten en kleine ondernemingen, die namelijk vaak onvoldoende op de hoogte zijn van hun eigen rechten; onderstreept daarnaast de nieuwe juridische uitdagingen die het gevolg zijn van de globalisering en van ...[+++]


« Verstösst Artikel 189ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern Personen, die vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 6. Januar 2003 den Gegenstand der besonderen Ermittlungsmethode der Observation gebildet haben, kein Anrecht darauf haben, dass die aufgrund des ministeriellen Rundschreibens vom 24. April 1990 - abgeändert durch das Rundschreiben vom 5. März 1992 - zusammengestellte vertrauliche Akte von einem unparteiischen und unabhängigen Gericht geprüft wird, während Personen, die nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 6. Januar 2003 den Gegens ...[+++]

« Schendt artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang gelezen met het artikel 6 van het EVRM en artikel 14 IVBPR, voor zover personen die het voorwerp hebben uitgemaakt van de bijzondere opsporingsmethode observatie, voor het in werking treden van de wet van 6 januari 2003, geen recht hebben op een controle door een onpartijdige en onafhankelijke rechtsinstantie van het vertrouwelijk dossier, samengesteld op grond van de ministeriële omzendbrief van 24 april 1990, zoals gewijzigd door de omzendbrief van 5 maart 1992, terwijl personen die het voorwerp hebben uitgemaakt van de bijzondere opsporingsmethode observatie, na het in werking treden van de wet van 6 januari 2003, wel ingevolge ...[+++]


« Verstösst Artikel 189ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern Personen, die vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 6hhhhqJanuar 2003 den Gegenstand der besonderen Ermittlungsmethode der Observation gebildet haben, kein Anrecht darauf haben, dass die aufgrund des ministeriellen Rundschreibens vom 24hhhhqApril 1990 - abgeändert durch das Rundschreiben vom 5hhhhqMärz 1992 - zusammengestellte vertrauliche Akte von einem unparteiischen und unabhängigen Gericht geprüft wird, während Personen, die nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 6hhhhqJanuar 200 ...[+++]

« Schendt artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang gelezen met het artikel 6 van het EVRM en artikel 14 IVBPR, voor zover personen die het voorwerp hebben uitgemaakt van de bijzondere opsporingsmethode observatie, voor het in werking treden van de wet van 6 januari 2003, geen recht hebben op een controle door een onpartijdige en onafhankelijke rechtsinstantie van het vertrouwelijk dossier, samengesteld op grond van de ministeriële omzendbrief van 24 april 1990, zoals gewijzigd door de omzendbrief van 5 maart 1992, terwijl personen die het voorwerp hebben uitgemaakt van de bijzondere opsporingsmethode observatie, na het in werking treden van de wet van 6 januari 2003, wel ingevolge ...[+++]


« Verstösst Artikel 8 des Gesetzes vom 24. März 1987 über die Tiergesundheit, insbesondere sein letzter Absatz, der vorschreibt, dass der König bestimmt, in welchem Masse und unter welchen Bedingungen bei Anwendung der in den Nrn. 3 und 4 dieser Gesetzesbestimmung erwähnten Massnahmen eine Entschädigung gewährt werden kann, und zwar dahingehend ausgelegt, dass er den König dazu ermächtigt, wenn Er eine Entschädigung vorsieht, zu bestimmen, dass diese durch einen Experten der Verwaltung oder durch ein Expertenkollegium, nicht kontradiktorisch und ohne Möglichkeit der Rechtsmitteleinlegung festgesetzt wird, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit den Artikeln 144 und 145 der Verfassung, Artikel 6 Absatz 1 der Europäische ...[+++]

« Schendt artikel 8 van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, inzonderheid het laatste lid ervan dat voorschrijft dat de Koning bepaalt in welke mate en onder welke voorwaarden een vergoeding kan worden verleend in geval van toepassing van de maatregelen bedoeld onder 3° en 4° van die wetsbepaling, aldus geïnterpreteerd dat het de Koning machtigt, wanneer Hij in een vergoeding voorziet, te bepalen dat deze door een administratief expert of expertencollege wordt vastgesteld zonder mogelijkheid tot tegenspraak en tot verder beroep, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met de artikelen 144 en 145 van de Grondwet en de artikelen 6.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en 14.1 van het Internationaal V ...[+++]


Werden die Artikel 10 und 11 der Verfassung verletzt durch Artikel 531 in der Fassung vor seiner Abänderung durch Artikel 12 des Gesetzes vom 6. April 1992 zur Abänderung des Gerichtsgesetzbuches bezüglich des Statuts der Gerichtsvollzieher, Artikel 610 des Gerichtsgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 1088 des Gerichtsgesetzbuches und Artikel 14 Absatz 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat, soweit die vorgenannten Artikel dahingehend ausgelegt werden, dass sie einem Gerichtsvollzieher, dem der Rat der Bezirkskammer eine in Artikel 531 des Gerichtsgesetzbuches vorgesehene Disziplinarstrafe auferlegt, nicht erlauben, gegen diese Disziplinarentscheidung eine Nichtigkeitsklage beim Staatsrat zu erheben, und zwar im Gegensatz zu den m ...[+++]

Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel 531 zoals geformuleerd vóór de wijziging ervan bij artikel 12 van de wet van 6 april 1992 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot het statuut van de gerechtsdeurwaarders, artikel 610 van het Gerechtelijk Wetboek samengelezen met artikel 1088 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, in zoverre voormelde artikelen geïnterpreteerd worden in de zin dat ze de gerechtsdeurwaarder aan wie de raad van de arrondissementskamer een in artikel 531 van het Gerechtelijk Wetboek voorziene tuchtstraf oplegt, niet toestaan tegen die tuchtbeslissing een vernietigingsberoep in te stellen bij de Raad van S ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : 17 zwar     der eu sehr     sehr wohl     religiöser minderheiten zwar sehr wohl     dass es zwar sehr wohl     zwar     zwar sehr wohl     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zwar sehr wohl' ->

Date index: 2021-01-05
w