23. weist darauf hin, dass der Vertrag von Lissabon das formale Hindernis für die Einbeziehung des Europäischen Entwicklungsfonds (EEF) in den Gesamthaushaltsplan der EU besei
tigt hat; verlangt deshalb erneut die Einbeziehung des EEF in den Haushaltsplan, damit die parlamentarische Kontrolle der Entwicklungsausgaben in AKP-Staaten verbessert wird und die Entwick
lungspolitik der EU mehr Konsequenz und Wirkung errei
cht; stellt jedoch fest, dass die Einbezieh ...[+++]ung des EEF in den Haushaltsplan keine Senkung der Entwicklungsausgaben, die insgesamt aus den beiden getrennten Instrumenten kommen, bewirken darf und dass Berechenbarkeit gewährleistet sein muss; betont, dass zudem die Belange der AKP-Staaten gewahrt werden müssen, und zwar durch Zweckbindung der für diese Staaten vorgesehenen Mittel für Entwicklungspolitik im EU-Haushaltsplan; 23. herinnert eraan dat het Verdrag van Lissabon het formele obstakel voor de opname van het Europees Ontwikkelin
gsfonds (EOF) in de algemene EU-begroting heeft weggenomen; vraagt daarom nogmaals dat het EOF in de begroting wordt ondergebracht,
zodat het Parlement meer toezicht op de uitgaven voor ontwikkeling in de ACS-landen kan houden en het ontwikkelingsbeleid van de EU samenhangender en doeltreffender wordt; benadrukt evenwe
...[+++]l dat de opname van het EOF in de EU-begroting niet mag leiden tot een vermindering van de totale uitgaven voor ontwikkeling ten opzichte van de twee bestaande afzonderlijke instrumenten en voorspelbaarheid moet garanderen; benadrukt ook dat de belangen van de ACS-landen moeten worden veiliggesteld, namelijk door binnen de EU-begroting ontwikkelingsgeld voor de ACS-landen te reserveren;