(3) Die Verjährung der Befugnis zur Festsetzung von Geldbußen oder Zwangsgeldern wird durch jede auf Ermittlung oder Verfolgung der Zuwiderhandlung nach Artikel 8 gerichtete Handlung der Kommission von dem Tag an unterbrochen, an dem die Handlung dem betreffenden Unternehmen oder der betreffenden Unternehmensvereinigung bekannt gegeben wird.
3. Iedere handeling die de Commissie stelt met het oog op het onderzoek van of procedures ten aanzien van een in artikel 8 bedoelde inbreuk, stuit de verjaring van de oplegging van geldboeten of dwangsommen, vanaf de dag waarop van de handeling aan de betrokken onderneming of ondernemersvereniging kennis is gegeven.