(1) Für die Zwecke des Artikels 3 Buchstabe b und vorbehaltlich des Absatzes 2 legen die Mitgliedstaaten fest, welche Voraussetzungen ein Unternehmen und ein Verkehrsleiter erfüllen müssen, damit für beide die Anforderung der Zuverlässigkeit im Sinne dieser Verordnung erfüllt ist .
1. Voor de toepassing van artikel 3, onder b), en onder voorbehoud van lid 2, bepalen de lidstaten welke voorwaarden zowel een onderneming als een vervoersleider krachtens deze verordening moeten vervullen om elk aan het vereiste van betrouwbaarheid te kunnen voldoen.