23. unterstreicht, dass es wichtig ist, dass die Finanzpolitiken der neuen Mitgliedstaaten dazu führen, dass diese mit dem EU-Durchschnitt im Bereich Einkommen und Finanzentwicklung gleichziehen, und zwar dadurch, dass eine Steuer- und Ausgabenpolitik verfolgt wird, die durch Effizienz, Transparenz und Zuverlässigkeit gekennzeichnet und auf verstärktes Wachstum, Nachhaltigkeit und sowohl eine Modernisierung als auch eine Stabilisierung der Wirtschaft ausgerichtet ist;
23. beklemtoont hoe belangrijk het voor het begrotingsbeleid van de nieuwe lidstaten is om het gemiddelde EU-inkomensniveau en de financiële ontwikkelingen bij te benen via een belasting- en uitgavenbeleid dat door efficiëntie, transparantie en betrouwbaarheid wordt gekenmerkt en is gericht op toenemende groei, houdbaarheid en zowel modernisering als stabilisering van de economie;
