(3) Leitet eine Justiz- oder Strafverfolgungsbehörde eines Mitgliedstaats ein Ermittlungsverfahren wegen einer Straftat im Sinne des Artikels 22 ein und ist sie der Ansicht, dass die EUStA gemäß Artikel 25 Absatz 3 ihre Zuständigkeit nicht ausüben könnte, so unterrichtet sie die EUStA hiervon.
3. Indien een rechterlijke of rechtshandhavende instantie van een lidstaat een onderzoek opent met betrekking tot een strafbaar feit als omschreven in artikel 22 en van mening is dat het EOM, overeenkomstig artikel 25, lid 3, zijn bevoegdheid niet kan uitoefenen, stelt zij het EOM daarvan in kennis.