6. Die für die Aufsicht über Tochtergesellschaften eines EU-Mutterk
reditinstituts oder einer EU-Mutterfinanzholdinggesellschaft oder einer gemischten EU-Mutterfinanz
holdinggesellschaft zuständigen Behörden und die zuständigen
Behörden eines Aufnahmemitgliedstaats, in dem bedeutende Zweigstellen im Sinne von Artikel 52 errichtet wurden, sowie gegebenenfalls Zentralbanken und die zuständigen
Behörden von Drittländern können, sofer
n sie Geheimhaltungs ...[+++]vorschriften unterliegen, die nach Auffassung aller zuständigen Behörden den Vorschriften nach Kapitel 1 Abschnitt II und gegebenenfalls Artikel 54 und 58 der Richtlinie 2004/39/EG gleichwertig sind, an Aufsichtskollegien teilnehmen.6. De autoriteiten die bevoegd zijn voor het toezicht op dochterondernemingen van een EU-moederkredietinstelling, een financiële EU-moederholding of een gemengde financiële EU-moederholding, en de bevoegde autoriteiten van een lidstaat van ontvangst waar significante bijkantoren in de zin van artikel 52 zijn gevestigd, eventueel centrale banken, alsook, in voorkomend geval en onder voorbehou
d van geheimhoudingsvereisten die naar het oordeel van alle bevoegde autoriteiten gelijkwaardig zijn met de vereisten in het kader van hoofdstuk 1, afdeling II, en, in voorkomend geval, de artikelen 54 en 58 van Richtlijn 2004/39/EG, en de bevoegde au
...[+++]toriteiten van derde landen kunnen aan colleges van toezichthouders deelnemen.