Da die in B.49.1 und B.49.4 erfolgte Feststellung der Lücke ausreichend präzise und vollständig ausgedrückt ist, damit die angefochtene Bestimmung unter Einhaltung der Referenznormen, auf deren Grundlage der Gerichtshof seine Prüfungszuständigkeit ausübt, angewandt werden kann, obliegt es dem zuständigen Richter und der zuständigen Behörde, dem Verstoß gegen diese Normen ein Ende zu setzen.
Aangezien de in B.49.1 en B.49.4 gedane vaststelling van de lacune is uitgedrukt in voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen die toelaten de bestreden bepaling toe te passen met inachtneming van de referentienormen op grond waarvan het Hof zijn toetsingsbevoegdheid uitoefent, staat het aan de bevoegde rechter en overheid een einde te maken aan de schending van die normen.