(2) Die zuständige Behörde wendet bei Einrichtungen oder Transportmitteln im Sinne von Artikel 16 zumindest die Maßnahmen nach Artikel 4 und Artikel 5 Absatz 1 an, wenn die Anwesenheit von Tieren empfänglicher Arten eine Infektion oder Kontamination mit dem MKS-Virus vermuten lässt.
2. De bevoegde autoriteit past ten minste de in artikel 4 en in artikel 5, lid 1, voorziene maatregelen toe op voorzieningen of vervoermiddelen als bedoeld in artikel 16, indien de aanwezigheid van ziektegevoelige dieren aanleiding geeft tot het vermoeden van besmetting of verontreiniging met het mond- en klauwzeervirus.