In Anbetracht der häufig nur langsamen Reaktion der Meeresumwelt auf Veränderungen sollten die Mitgliedstaaten bei der Bewertung des Zustands ihrer Meeresgewässer gemäß Artikel 17 Absatz 2 Buchstabe a der Richtlinie 2008/56/EG jedwede Zustandsänderung als Verbesserung, gleichbleibend oder Verschlechterung gegenüber dem vorangegangenen Berichtszeitraum ausdrücken.
De lidstaten dienen bij de beoordeling van de toestand van hun mariene wateren overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder a), van Richtlijn 2008/56/EG elke verandering in de toestand uit te drukken als verbeterd, stabiel of verslechterd in vergelijking met de voorgaande verslagperiode, in het licht van de vaak trage reactie van het mariene milieu op veranderingen.