Vertaling van "zusammensetzung parlamentarischen ausschusses " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Zusammensetzung eines parlamentarischen Ausschusses
samenstelling van een parlementaire commissie

Delegation für die Beziehungen zur Schweiz und zu Norwegen, im Gemischten Parlamentarischen Ausschuss EU-Island und im Gemischten Parlamentarischen Ausschuss Europäischer Wirtschaftsraum
Delegatie voor de betrekkingen met Zwitserland en Noorwegen, in de Gemengde Parlementaire Commissie EU-IJsland en in de Gemengde Parlementaire Commissie van de Europese Economische Ruimte (EER)

Delegation im Gemischten Parlamentarischen Ausschuss EU-Bulgarien | EU-Bulgarien
Delegatie in de Gemengde Parlementaire Commissie EU-Bulgarije | EU-Bulgarije

Delegation im Gemischten Parlamentarischen Ausschuss EU-Rumänien | EU-Rumänien
Delegatie in de Gemengde Parlementaire Commissie EU-Roemenië | EU-Roemenië

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Verwaltung der Zusammensetzung der parlamentarischen Ausschüsse und Delegationen sowie Verwaltung des Registers der interfraktionellen Arbeitsgruppen.
Instaan voor het beheer van de samenstelling van de parlementaire commissies en delegaties en het beheer van het register van interfractiewerkgroepen.

71. bedauert das Urteil des Gerichts für den öffentlichen Dienst vom 12. Dezember 2013 in der Rechtssache F-129/12 und bedauert zutiefst, dass das Parlament verurteilt wurde, weil es nicht in der Lage war, in Fällen von Mobbing und unrechtmäßigen Entlassungen akkreditierten parlamentarischen Assistenten Beistand zu leisten; nimmt zur Kenntnis, dass per Präsidiumsbeschluss vom 14. April 2014 ein Beratender Ausschuss zur Verhinderung von Belästigung am Arbeitsplatz eingesetzt wurde, wodurch Situationen dieser Art für die akkreditierten parlamentarischen Assistenten verhindert werden sollen; äußert sich dennoch besorgt über die unausgewogene Zusammensetzung dieses Ausschusses, dem drei Quästoren, ein Vertreter der Verwaltung und ein Vertreter der akkreditierten parlamentarischen Assistenten angehören; nimmt zur Kenntnis, dass die Quästoren bis November 2014 in mindestens drei Fällen, mit denen der Ausschuss befasst war, entschieden haben, es bestehe kein Grund für weitere Maßnahmen; fordert deshalb das Präsidium auf, seinen Beschluss über die Zusammensetzung des Ausschusses zu überdenken, damit eine ausgewogenere Besetzung gewährleistet ist und mindestens zwei Vertreter der akkreditierten parlamentarischen Assistenten darin vertreten sind;
71. betreurt het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 12 december 2013 in zaak F-129/12 en betreurt ten zeerste dat het Parlement is veroordeeld omdat het niet in staat is gebleken hulp te bieden in een geval van pesterij en onrechtmatig ontslag van een geaccrediteerde parlementaire medewerkster; neemt kennis van de instelling, bij het besluit van het Bureau van 14 april 2014, van het Adviescomité voor de preventie van pesterijen op het werk om dit soort situaties voor geaccrediteerde parlementaire medewerkers te voorkomen; is echter bezorgd over de onevenwichtige samenstelling van dit comité, dat bestaat uit drie quaestoren, een vertegenwoordiger van de administratie en een vertegenwoordiger van de geaccrediteerde parlementaire medewerkers; neemt er kennis van dat het Adviescomité tot november 2014 drie gevallen heeft behandeld waarbij "de quaestoren besloten dat er geen reden was om de zaak voort te zetten"; verzoekt het Bureau daarom zijn besluit over de samenstelling van het Comité zodanig te herzien dat dit een evenwichtiger samenstelling krijgt en ten minste twee vertegenwoordigers van de geaccrediteerde parlementaire medewerkers omvat;

74. bedauert die Entscheidung des Gerichts für den öffentlichen Dienst vom 12. Dezember 2013 in der Rechtssache F-129/12 und bedauert zutiefst, dass das Parlament verurteilt wurde, weil es nicht in der Lage war, in Fällen von Mobbing und unrechtmäßigen Entlassungen akkreditierten parlamentarischen Assistenten Beistand zu leisten; nimmt zur Kenntnis, dass per Präsidiumsbeschluss vom 14. April 2014 ein Beratender Ausschuss zur Verhinderung von Belästigung am Arbeitsplatz eingesetzt wurde, wodurch Situationen dieser Art für die akkreditierten parlamentarischen Assistenten verhindert werden sollen; äußert sich dennoch besorgt über die unausgewogene Zusammensetzung dieses Ausschusses, dem drei Quästoren, ein Vertreter der Verwaltung und ein Vertreter der akkreditierten parlamentarischen Assistenten angehören; nimmt zur Kenntnis, dass die Quästoren bis November 2014 in mindestens drei Fällen, mit denen der Ausschuss befasst war, entschieden haben, es bestehe kein Grund für weitere Maßnahmen; fordert deshalb das Präsidium auf, seinen Beschluss über die Zusammensetzung des Ausschusses zu überdenken, damit eine ausgewogenere Besetzung gewährleistet ist und mindestens zwei Vertreter der akkreditierten parlamentarischen Assistenten darin vertreten sind;
74. betreurt het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 12 december 2013 in zaak F-129/12 en betreurt ten zeerste dat het Parlement is veroordeeld omdat het niet in staat is gebleken hulp te bieden in een geval van pesterij en onrechtmatig ontslag van een geaccrediteerde parlementaire medewerkster; neemt kennis van de instelling, bij het besluit van het Bureau van 14 april 2014, van het Adviescomité voor de preventie van pesterijen op het werk om dit soort situaties voor geaccrediteerde parlementaire medewerkers te voorkomen; is echter bezorgd over de onevenwichtige samenstelling van dit comité, dat bestaat uit drie quaestoren, een vertegenwoordiger van de administratie en een vertegenwoordiger van de geaccrediteerde parlementaire medewerkers; neemt er kennis van dat het Adviescomité tot november 2014 drie gevallen heeft behandeld waarbij "de quaestoren besloten dat er geen reden was om de zaak voort te zetten"; verzoekt het Bureau daarom zijn besluit over de samenstelling van het Comité zodanig te herzien dat dit een evenwichtiger samenstelling krijgt en ten minste twee vertegenwoordigers van de geaccrediteerde parlementaire medewerkers omvat;

3. beschließt in Anbetracht der in der Erklärung von Barcelona genannten Ziele und des am 2. Dezember 2003 in Neapel gefassten Beschlusses zur Einsetzung einer Parlamentarischen Versammlung Europa-Mittelmeer, dass Mitglieder der für den Mittelmeerraum zuständigen Delegationen und Gemischten Parlamentarischen Ausschüsse gemeinsame Sitzungen zusammen mit der Delegation des Parlaments in der Parlamentarischen Versammlung Europa-Mittelmeer abhalten; wenn die Fraktionen die Mitglieder der Parlamentarischen Versammlung Europa-Mittelmeer vorschlagen, berücksichtigen sie die Zusammensetzung der Vorstände der Delegationen für die Beziehungen zu den Maghreb-Ländern, den Maschrik-Ländern, der Türkei, Israel, dem Palätinensischen Legislativrat, Kroatien, der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien und Albanien, Bosnien-Herzegowina sowie Serbien und Montenegro;
3. besluit, gezien de in de Verklaring van Barcelona vastgelegde doelstellingen en gelet op het op 2 december 2003 in Napels goedgekeurde besluit tot instelling van een Euro-mediterrane Parlementaire Vergadering, dat leden van delegaties en gemengde parlementaire commissies voor het Middellandse-Zeegebied gezamenlijk vergaderen met de delegatie van het Parlement in de Euro-mediterrane Parlementaire Vergadering. Bij het voordragen van de leden voor de Euro-mediterrane Parlementaire Vergadering zullen de fracties rekening houden met de samenstelling van de bureaus van de delegaties voor de betrekkingen met de Maghreblanden, de Masjraklanden, Turkije, Israël, de Raad van het Palestijnse Zelfbestuur, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Albanië, Bosnië-Herzegovina, en Servië en Montenegro;

15. ist der Auffassung, dass der Beschluss der Versammlung, drei ständige parlamentarische Ausschüsse zu bilden, um die Schlüsselfragen in allen die Zusammenarbeit betreffenden Bereichen zu verfolgen (politische Angelegenheiten, Wirtschaftsentwicklung, Finanzen und Handel, soziale Angelegenheiten und Umwelt) und deren Schlussfolgerungen der Versammlung zur Prüfung vorzulegen, ein wesentlicher Schritt auf dem Weg der PPV zu einer wirklich parlamentarischen Versammlung darstellt; beharrt darauf, dass die Zusammensetzung der ständigen parlamentarischen Ausschüsse dem Grundsatz der Parität entsprechen muss und ein geographisches Gleichgewicht sowohl zwischen den ordentlichen als auch zwischen den stellvertretenden Mitgliedern garantiert werden muss; fordert ferner eine proportionale und politisch ausgewogene Vertretung sowohl bei den Mitgliedern als auch bei den Stellvertretern;
15. is van mening dat het besluit van de PPV drie permanente parlementaire commissies in te stellen die de hoofdvraagstukken in alle sectoren van de samenwerking (politieke aangelegenheden, economische ontwikkeling, financiën en handel, sociale zaken en milieu) volgen en hun conclusies ter behandeling aan de vergadering voorleggen een wezenlijke fase is in de ontwikkeling van de PPV tot een volwassen parlementaire vergadering; dringt erop aan dat de samenstelling van de permanente parlementaire commissies voldoet aan de pariteitsregel en een geografisch evenwicht waarborgt van volwaardige leden en plaatsvervangers; dringt verder aan op een evenredige en politiek evenwichtige vertegenwoordiging, zowel onder de leden als de plaatsvervangers;