Vertaling van "zusammenhang beachtet werden " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

beim Bruchbau muss der Schuettungskoeffizient beachtet werden ( wichtig bei Bergschadenberechnung )
bij breukwinning speelt de uitlevering van het gesteente een rol

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

16. ist der Ansicht, dass die Gefahr einer zunehmenden Diskrepanz zwischen den anwendbaren Rechtsnormen für Offline- und Online-Käufe von Verbrauchern in den Vorschlägen der Kommission für grenzübergreifende Vertragsbestimmungen für Verbraucher und Unternehmen vermieden werden sollte, und ist der Auffassung, dass Online- und Offline-Käufe kohärent und, auf der Grundlage des bestehenden hohen Niveaus des Verbraucherschutzes, gleich behandelt werden sollten, da unterschiedliche Rechtsnormen von den Verbrauchern als Verwehrung ihrer Rechte aufgefasst werden könnten; bekräftigt, dass bei sämtlichen neuen Vorschlägen Artikel 6 der Rom-I-Verordnung beachtet werden sollte, und weist darauf hin, dass die Kommission plant, 2016 auf den gesamten Besitzstand im Verbraucherbereich das Programm REFIT anzuwenden; fordert die Kommission in diesem Zusammenhang auf zu überdenken, ob der geplante Vorschlag der Kommission für materielle Güter nicht gleichzeitig mit der Anwendung von REFIT vorgelegt werden sollte;
16. is van mening dat er bij de voorstellen van de Commissie voor regels voor grensoverschrijdende overeenkomsten tussen bedrijven en consumenten op moet worden gelet dat de verschillen tussen de toepasselijke wettelijke normen voor aankopen offline en online niet steeds groter worden, en dat aankopen offline en online coherent en op basis van gelijkheid moeten worden behandeld uitgaande van het huidige hoge niveau van consumentenbescherming, aangezien verschillende wettelijke normen door consumenten zouden kunnen worden opgevat als een ontkenning van hun rechten; vindt dat elk nieuw voorstel in overeenstemming dient te zijn met artikel 6 van de Rome I-verordening, en wijst erop dat de Commissie van plan is het hele consumentenacquis in 2016 aan een REFIT-toetsing te onderwerpen; verzoekt de Commissie in dit verband te overwegen de presentatie van haar geplande voorstellen voor materiële goederen samen te laten vallen met de REFIT-toetsing;

1. stellt fest, dass mehr als 70 % der Bevölkerung der EU in Städten oder Großstädten leben, die etwa 85 % des BIP der EU erwirtschaften, und dass nachhaltige städtische Mobilität zunehmend an Bedeutung in der Kohäsionspolitik gewinnt, weil es sich hier um einen wesentlichen Bestandteil von Beschäftigung und von einem intelligenten, nachhaltigen und integrativen Wachstum sowie um einen Wegbereiter hierfür handelt; vertritt die Auffassung, dass die europäischen Struktur- und Investitionsfonds (ESI-Fonds) und insbesondere der Europäische Fonds für regionale Entwicklung (EFRE) im Rahmen der operationellen Programme zur Finanzierung der Pläne für eine nachhaltige urbane Mobilität für Städte und Regionen und in der EU beitragen sollten, indem mit ihnen saubere, leicht zugängliche und innovative Formen des Nahverkehrs unterstützt werden, mit denen Multimodalität und Mobilität in einem weiter gefassten territorialen Zusammenhang einschließlich der grenzüberschreitenden Mobilität gefördert werden; weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass der Verkehr – sowohl der ruhende als auch der fließende Verkehr – die städtische Umwelt und die Lebensqualität der Bürger in hohem Maße beeinflusst, und ist der Auffassung, dass ein effizientes Verkehrssystem mit einer öffentlich-privaten Partnerschaft gefördert werden kann, bei der die Kosten geteilt werden und die Möglichkeit besteht, ein innovatives und effizientes System öffentlicher Aufträge zu dem Zweck aufzubauen, beträchtliche Einsparungen zu verwirklichen und Fachwissen und Kenntnisse auf der Ebene von Behörden gemeinsam zu nutzen; weist darauf hin, dass das Partnerschaftsprinzip bei der Programmplanung und der Umsetzung der operationellen Programme beachtet werden muss, damit auch Sozialpartner, Berufsverbände, Forschungseinrichtungen und Unternehmen umfassend eingebunden sind;
1. merkt op dat meer dan 70 % van de EU-bevolking in steden woont die circa 85 % van het bbp van de Unie voor hun rekening nemen, en dat stadsmobiliteit als factor steeds belangrijker wordt in het cohesiebeleid, als element dat wezenlijk kan bijdragen aan verstandige, duurzame en inclusieve groei; meent dat middelen uit Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF), met name het EFRO, via operationele programma's moeten bijdragen aan financiering van de planning van duurzame stedelijke mobiliteit (SUMP's) voor steden en regio's in de EU, door schone en innovatieve vormen van stedelijk vervoer te stimuleren die bevorderlijk zijn voor multimodaliteit en mobiliteit in een bredere territoriale context met inbegrip van grensoverschrijdende mobiliteit; herinnert eraan dat de vervoersector, zowel stilstaand als bewegend verkeer, sterk van invloed is op de stedelijke omgeving en de levenskwaliteit van de burgers, en stelt dat een efficiënt vervoerssysteem kan worden gestimuleerd met een publiek-privaat partnerschap waarin de kosten over en weer worden gedeeld en een innovatief en efficiënt aanbestedingsstelsel tot stand kan worden gebracht, dat aanzienlijke besparingen kan opleveren en uitwisseling van kennis en ervaring tussen de verschillende instanties mogelijk maakt; wijst erop dat naleving van het partnerschapsbeginsel bij de opstelling en tenuitvoerlegging van operationele programma's belangrijk is om te kunnen zorgen voor een volledige betrokkenheid van de sociale partners, beroepsorganisaties, onderzoekcentra en ondernemingen;

5. weist darauf hin, dass es für die Europäische Union, ihre Organe und für die Mitgliedstaaten von entscheidender Bedeutung ist, die Achtung der in Artikel 2 EU-Vertrag genannten gemeinsamen europäischen Werte sicherzustellen, und dass nicht nur alle derzeit in den Verträgen diesbezüglich vorgesehenen Instrumente dringend angewendet und umgesetzt werden müssen, sondern dass auch die Änderungen der Verträge dort, wo sie notwendig sind, vorbereitet werden müssen; betont, dass die Verpflichtung zur Achtung der Kopenhagener Kriterien nach dem Beitritt nicht erlischt, sondern weiterhin für die Mitgliedstaaten gilt, dass die Grundrechte Teil des Primärrechts der Union sind, und dass sie von allen Gerichten und Behörden bei der Anwendung des Unionsrechts, sei es auf Ebene der Union oder der Mitgliedstaaten, beachtet werden müssen; bedauert in diesem Zusammenhang insbesondere die Länge der Beitrittsverhandlungen zur EMRK und bedauert, dass der Beitritt der EU zur EMRK nicht bereits abgeschlossen wurde;
5. wijst erop dat het voor de EU, haar instellingen en de lidstaten van fundamenteel belang is om de naleving van gemeenschappelijke Europese waarden als omschreven in artikel 2 VEU te waarborgen en dat zo snel mogelijk moet worden overgegaan tot de toepassing en tenuitvoerlegging van alle instrumenten waarin de Verdragen momenteel in dit verband voorzien en tot de voorbereiding van de op de nodige plaatsen in de Verdragen aan te brengen wijzigingen; benadrukt dat de verplichting om aan de Kopenhagen-criteria te voldoen na de toetreding niet is verjaard, maar ook tegenwoordig van toepassing is op de lidstaten, dat de grondrechten deel uitmaken van het primaire recht van de Unie en dat deze bij de toepassing van het Unierecht door iedere rechter of autoriteit moeten worden geëerbiedigd, zowel op Unie- als op nationaal niveau; betreurt in dit verband met name dat de onderhandelingen over toetreding tot het EVRM zo lang aanslepen en het feit dat de toetreding van de EU tot het EVRM nog altijd niet is voltooid;

5. unterstreicht, dass die wirkliche und effektive Binnenmarktzugänglichkeit für sämtliche Regionen der EU eine Vorbedingung für den freien Personen-, Waren, Kapital- und Dienstleistungsverkehr und damit für einen starken und dynamischen Binnenmarkt ist; verweist in diesem Zusammenhang auf die wichtige Rolle, die der Regionalpolitik der Union im Hinblick auf die Entwicklung der Infrastruktur und die wirtschaftlich und sozial kohärente und ausgewogene Entwicklung der Regionen zukommt; begrüßt den Vorschlag der Kommission, im Jahre 2011 eine Revision der gemeinschaftlichen Leitlinien für die Entwicklung des transeuropäischen Verkehrsnetzes sowie einen Vorschlag für einen globalen Rahmen für die Finanzierung von Verkehrsinfrastrukturen anzunehmen; befürwortet einen regionalen Ansatz beim Einsatz der Strukturfonds, um Investitionen in grenzüberschreitende Infrastrukturen in den Bereichen Energie, Verkehr, Kommunikation, Gesundheitswesen und Umwelt, Forschung und Bildung zu fördern und auf diese Weise für alle Personen den Zugang zu Grunddiensten sicherzustellen und eine harmonische Funktionsweise des Binnenmarktes zu gewährleisten; fordert die Entwicklung von innovativen Finanzierungsquellen (wie öffentlich-privaten Partnerschaften, projektbezogenen Anleihen und Nutzergebühren), wobei gleichzeitig die Notwendigkeit eines hohen Qualitätsniveaus und eines universalen Zugangs zu den Dienstleistungen von allgemeinem Interesse als Schlüsselinstrumente für die Förderung der Projektausführung beachtet werden muss; unterstreicht in diesem Zusammenhang die Notwendigkeit der Entwicklung einer Reihe von öffentlich-privaten Partnerschaften, einschließlich auf lokaler und regionaler Ebene; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, sich gemeinsam mit der Komplexität der Vorschriften für Vorhaben, bei denen Einnahmen anfallen, zu befassen;
5. onderstreept dat reële en daadwerkelijke toegang tot de interne markt voor alle regio's in de EU een eerste vereiste is voor vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten, en daarmee voor een sterke en dynamische interne markt; wijst in dit verband op de essentiële rol die het regionaal beleid van de Unie speelt bij de ontwikkeling van infrastructuur en bij de economisch en sociaal samenhangende ontwikkeling van regio's; verwelkomt het voorstel van de Commissie om in 2011 een herziening van de communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet uit te voeren, alsmede een voorstel voor een algemeen kader voor de financiering van vervoersinfrastructuur in te dienen; pleit voor een regionale benadering waarbij gebruik wordt gemaakt van de Structuurfondsen om investeringen in grensoverschrijdende energie-, vervoers-, communicatie-, gezondheids-, milieu-, onderzoeks- en onderwijsinfrastructuur aan te moedigen, teneinde eenieder toegang te verschaffen tot elementaire diensten en een harmonieuze werking van de interne markt te waarborgen; dringt aan op ontwikkeling van innoverende financieringsmethoden (zoals publiek-private partnerschappen, projectobligaties en gebruikersheffingen), waarbij volledig rekening moet worden gehouden met het feit dat een hoog kwaliteitsniveau en universele toegang tot de diensten van algemeen belang noodzakelijk zijn en sleutelinstrumenten vormen die de uitvoering van projecten ten goede komen; onderstreept in dit verband dat het noodzakelijk is de ontwikkeling van een reeks publiek-private partnerschappen, ook op lokaal en regionaal niveau, te ondersteunen; dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan het complexe geheel van regels voor inkomstengenererende projecten gezamenlijk aan te pakken;

Es sollte in diesem Zusammenhang beachtet werden, dass die vorherige Erteilung einer amtlichen Genehmigung, Lizenz oder Konzession unter solchen Umständen keinen Rechtfertigungsgrund darstellen sollte.
Er moet in dit verband op worden gelet dat een eerdere verlening van een vergunning, licensie of concessie onder dergelijke omstandigheden geen rechtvaardiging vormt.

Dabei sollte in diesem Zusammenhang beachtet werden, dass die Kommission gemäß Artikel 225 EG-Vertrag die Frage des Verstoßes Schwedens gegen die Wettbewerbsrichtlinie an den Europäischen Gerichtshof verwiesen hat.
Er wordt opgemerkt dat met betrekking tot de mededingingsrichtlijn de Commissie deze zaak overeenkomstig artikel 226 van het EG-Verdrag bij het Europese Hof van Justitie aanhangig heeft gemaakt.

(5) Die Prüfung im Zusammenhang mit Projekten, die in den Mitgliedstaaten durchgeführt werden, kann im Rahmen der technischen Hilfe gemäß Artikel 16 finanziert werden, sofern die hoheitlichen Befugnisse der Prüfbehörde nach Maßgabe des Artikels 25 beachtet werden.
5. De auditwerkzaamheden in verband met projecten die in de lidstaten worden uitgevoerd, kunnen worden gefinancierd in het kader van de in artikel 16 bedoelde regeling voor technische bijstand, mits de in artikel 25 beschreven prerogatieven van de Auditinstantie in acht worden genomen.

(2) Die Tätigkeiten der Bescheinigungsbehörde im Zusammenhang mit Projekten, die in den Mitgliedstaaten durchgeführt werden, können im Rahmen der technischen Hilfe gemäß Artikel 16 finanziert werden, sofern die hoheitlichen Befugnisse dieser Behörde nach Maßgabe des Artikels 25 beachtet werden.
2. De werkzaamheden van de certificeringsinstantie in verband met projecten die in de lidstaten worden uitgevoerd, kunnen worden gefinancierd in het kader van de in artikel 16 bedoelde regeling voor technische bijstand, mits de in artikel 25 beschreven prerogatieven van deze instantie in acht worden genomen.

(2) Die Tätigkeiten der Bescheinigungsbehörde im Zusammenhang mit Projekten, die in den Mitgliedstaaten durchgeführt werden, können im Rahmen der technischen Hilfe gemäß Artikel 18 finanziert werden, sofern die hoheitlichen Befugnisse dieser Behörde nach Maßgabe des Artikels 27 beachtet werden.
2. De werkzaamheden van de certificeringsinstantie in verband met projecten die in de lidstaten worden uitgevoerd, kunnen worden gefinancierd in het kader van de in artikel 18 bedoelde regeling voor technische bijstand, mits de in artikel 27 beschreven prerogatieven van deze instantie in acht worden genomen.

(5) Die Prüfung im Zusammenhang mit Projekten, die in den Mitgliedstaaten durchgeführt werden, kann im Rahmen der technischen Hilfe gemäß Artikel 18 finanziert werden, sofern die hoheitlichen Befugnisse der Prüfbehörde nach Maßgabe des Artikels 27 beachtet werden.
5. De auditwerkzaamheden in verband met projecten die in de lidstaten worden uitgevoerd, kunnen worden gefinancierd in het kader van de in artikel 18 bedoelde regeling voor technische bijstand, mits de in artikel 27 beschreven prerogatieven van de auditinstantie in acht worden genomen.