Vertaling van "zusammenhalt hervorgehen muss " (Duits → Nederlands) :

23. ist der Auffassung, dass verschiedene Aspekte bei der Definition des Begriffs territorialer Zusammenhalt im Mittelpunkt stehen sollten, darunter der Gedanke, dass der territoriale Zusammenhalt über den wirtschaftlichen und sozialen Zusammenhalt hinausgeht und dass aufgrund seines horizontalen Charakters und integrierten Ansatzes gebiets- und grenzüberschreitendes Handeln gefördert wird; ist der Überzeugung, dass der territoriale Zusammenhalt auf die Verringerung der Ungleichheiten zwischen Mitgliedstaaten und Regionen ausgerichtet ist und dass er die harmonische und nachhaltige Entwicklung geographischer Gebiete mit unterschiedlichen Merkmalen und Besonderheiten dadurch sicherstellen sollte, dass untersucht wird, wie die Kohäsionspolitik und andere sektoralen Politiken der Europäischen Union am besten auf ihre Situation zugeschnitten werden können; betont, dass aus einer künftigen Definition auch klar der zentrale Stellenwert von Good Governance – auch hinsichtlich der Partnerschaft von öffentlichen, privaten und zivilgesellschaftlichen Akteuren – für den territorialen Zusammenhalt hervorgehen muss, wobei den Unionsbürgern und -bürgerinnen faire Chancen im Hinblick auf Lebensbedingungen und Lebensqualität geboten werden müssen;
23. is van mening dat een aantal elementen centraal moet staan bij de toekomstige definitie van territoriale cohesie, zoals de opvatting dat territoriale cohesie meer is dan economische en sociale cohesie en dat de sectoroverschrijdende aard en de geïntegreerde aanpak ervan aanspoort tot een optreden buiten de regio's en over de grenzen heen; is van mening dat territoriale cohesie gericht is op het verminderen van verschillen tussen de lidstaten en de regio's en moet bijdragen aan een harmonieuze en duurzame ontwikkeling van geografische gebieden met uiteenlopende kenmerken en bijzonderheden, door te evalueren hoe het cohesiebeleid van de EU en ander sectorgebonden beleid het beste kan worden toegesneden op hun situatie; beklemtoont dat in een toekomstige definitie ook duidelijk moet worden gemaakt dat territoriale cohesie sterk gericht moet zijn op goed bestuur, ook ten aanzien van het partnerschap tussen overheid en particulieren en het maatschappelijk middenveld, en de burgers van de Unie eerlijke kansen moet bieden wat betreft leefomstandigheden en kwaliteit van het bestaan;

23. ist der Auffassung, dass verschiedene Aspekte bei der Definition des Begriffs territorialer Zusammenhalt im Mittelpunkt stehen sollten, darunter der Gedanke, dass der territoriale Zusammenhalt über den wirtschaftlichen und sozialen Zusammenhalt hinausgeht und dass aufgrund seines horizontalen Charakters und integrierten Ansatzes gebiets- und grenzüberschreitendes Handeln gefördert wird; ist der Überzeugung, dass der territoriale Zusammenhalt auf die Verringerung der Ungleichheiten zwischen Mitgliedstaaten und Regionen ausgerichtet ist und dass er die harmonische und nachhaltige Entwicklung geographischer Gebiete mit unterschiedlichen Merkmalen und Besonderheiten dadurch sicherstellen sollte, dass untersucht wird, wie die Kohäsionspolitik und andere sektoralen Politiken der EU am besten auf ihre Situation zugeschnitten werden können; betont, dass aus einer künftigen Definition auch klar der zentrale Stellenwert von Good Governance – auch hinsichtlich der Partnerschaft von öffentlichen, privaten und zivilgesellschaftlichen Akteuren – für den territorialen Zusammenhalt hervorgehen muss, wobei den Unionsbürgern und -bürgerinnen faire Chancen im Hinblick auf Lebensbedingungen und Lebensqualität geboten werden müssen;
23. is van mening dat een aantal elementen centraal moet staan bij de toekomstige definitie van territoriale cohesie, zoals de opvatting dat territoriale cohesie meer is dan economische en sociale cohesie en dat de sectoroverschrijdende aard en de geïntegreerde aanpak ervan aanspoort tot een optreden buiten de regio's en over de grenzen heen; is van mening dat territoriale cohesie gericht is op het verminderen van verschillen tussen de lidstaten en de regio's en moet bijdragen aan een harmonieuze en duurzame ontwikkeling van geografische gebieden met uiteenlopende kenmerken en bijzonderheden, door te evalueren hoe de cohesie van de EU en ander sectorgebonden beleid het beste kan worden toegesneden op hun situatie; beklemtoont dat in een toekomstige definitie ook duidelijk moet worden gemaakt dat territoriale cohesie sterk gericht moet zijn op goed bestuur, ook ten aanzien van het partnerschap tussen overheid en particulieren en het maatschappelijk middenveld, en de burgers van de Unie eerlijke kansen moet bieden wat betreft leefomstandigheden en kwaliteit van het bestaan;

88. fordert nachdrücklich mehr Transparenz, weshalb alle Mitgliedstaaten verpflichtet werden sollten, einen jährlichen Bericht zu verfassen, aus dem für jede spezifische Minderheit die Fortschritte bei der Integration in den Arbeitsmarkt und die Auswirkungen der Gleichstellungspolitik hervorgehen; fordert die Kommission auf, einen „jährlichen Tendenzbericht“ auszuarbeiten, in dem die vereinbarten und als Ziele festgelegten, vergleichbaren Indikatoren zum sozialen Zusammenhalt analysiert werden, einschließlich einer EU-weiten Überwachung der Situation von Neuankömmlingen, langfristig Ansässigen, eingebürgerten Einwanderern und Kindern von Einwanderern, wobei nach der Ursache des Gleichstellungsbedarfs (d. h. ethnische Zugehörigkeit/Rasse, Religion/Weltanschauung, Geschlecht, Alter, sexuelle Orientierung und Behinderung) aufgeschlüsselt werden muss, sodass die im Laufe der Zeit im Bereich der sozialen Inklusion erzielten Fortschritte gemessen werden können; ist der Auffassung, dass zu diesem Zweck die offene Koordinierungsmethode angewandt werden sollte;
88. roept dringend op tot meer transparantie, door iedere lidstaat te verplichten jaarlijks verslag uit te brengen over de vooruitgang die werd geboekt door iedere specifieke minderheidsgroep op het vlak van integratie in de arbeidsmarkt en invloed van het beleid inzake gelijke kansen; moedigt de Commissie aan een „jaarlijks verslag over trends” op te stellen waarin de overeengekomen vergelijkbare indicatoren betreffende sociale samenhang die als doelstellingen zijn aangemerkt aan bod komen, met inbegrip van toezicht in de hele EU op de situatie van nieuwkomers, langdurig ingezetenen, genaturaliseerde migranten, de kinderen van migranten en opgesplitst volgens mogelijke discriminatiegrond (bv. ras/etnische afkomst, religie/geloof, gender, leeftijd, seksuele gerichtheid en handicap), zodat de vooruitgang op het gebied van het beleid inzake sociale insluiting kan worden gemeten; is van mening dat de open coördinatiemethode hiervoor dient te worden toegepast;

87. fordert nachdrücklich mehr Transparenz, weshalb alle Mitgliedstaaten verpflichtet werden sollten, einen jährlichen Bericht zu verfassen, aus dem für jede spezifische Minderheit die Fortschritte bei der Integration in den Arbeitsmarkt und die Auswirkungen der Gleichstellungspolitik hervorgehen; fordert die Kommission auf, einen „jährlichen Tendenzbericht“ auszuarbeiten, in dem die vereinbarten und als Ziele festgelegten, vergleichbaren Indikatoren zum sozialen Zusammenhalt analysiert werden, einschließlich einer EU-weiten Überwachung der Situation von Neuankömmlingen, langfristig Ansässigen, eingebürgerten Einwanderern und Kindern von Einwanderern, wobei nach der Ursache des Gleichstellungsbedarfs (d. h. ethnische Zugehörigkeit/Rasse, Religion/Weltanschauung, Geschlecht, Alter, sexuelle Orientierung und Behinderung) aufgeschlüsselt werden muss, sodass die im Laufe der Zeit im Bereich der sozialen Inklusion erzielten Fortschritte gemessen werden können; ist der Auffassung, dass zu diesem Zweck die offene Koordinierungsmethode angewandt werden sollte;
87. roept dringend op tot meer transparantie, door iedere lidstaat te verplichten jaarlijks verslag uit te brengen over de vooruitgang die werd geboekt door iedere specifieke minderheidsgroep op het vlak van integratie in de arbeidsmarkt en invloed van het beleid inzake gelijke kansen; moedigt de Commissie aan een "jaarlijks verslag over trends" op te stellen waarin de overeengekomen vergelijkbare indicatoren betreffende sociale samenhang die als doelstellingen zijn aangemerkt aan bod komen, met inbegrip van toezicht in de hele EU op de situatie van nieuwkomers, langdurig ingezetenen, genaturaliseerde migranten, de kinderen van migranten en opgesplitst volgens mogelijke discriminatiegrond (bv. ras/etnische afkomst, religie/geloof, gender, leeftijd, seksuele gerichtheid en handicap), zodat de vooruitgang op het gebied van het beleid inzake sociale insluiting kan worden gemeten; is van mening dat de open coördinatiemethode hiervoor dient te worden toegepast;