21 stellt fest, dass die derzeitige einzige Zuverlässigkeitserklärung die erfolgreichen und die nicht erfolgreichen Bereiche nicht angemessen beschreibt; stellt fest, dass viele gleichwertige nationale Prüfungssysteme auf der Grundlage der einzelnen Sachbereiche zusammengestellt werden; schlägt vor, dass der Rechnungshof eine Überprüfung des DAS-Systems vornehmen sollte, mit dem Ziel, spezifische Zuverlässigkeitserklärungen für die einzelnen Generaldirektionen innerhalb der Kommission im Rahmen einer globalen Zuverlässigkeitserklärung aufzustellen;
21. wijst erop dat de huidige betrouwbaarheidsverklaring geen juist beeld geeft van de positieve en negatieve resultaten; wijst erop dat de vergelijkbare nationale controles veelal per departement worden opgesteld; stelt voor dat de Rekenkamer het systeem van de betrouwbaarheidsverklaring zodanig herziet dat er binnen het kader van een overkoepelende betrouwbaarheidsverklaring ook afzonderlijke betrouwbaarheidsverklaringen voor ieder directoraat-generaal van de Commissie komen;
