13. betont, dass die EU ihre Instrumente koordinieren und mit Drittstaaten, in ihrer Nachbarschaft insbesondere mit den Staaten der Union für den Mittelmeerraum (UfM), zusammenarbeiten muss, weil Katastrophen an Grenzen nicht Halt machen;
13. wijst erop dat het grensoverschrijdende karakter van rampen met zich meebrengt dat de EU haar middelen moet coördineren en moet samenwerken met derde landen, waarbij vooral ook moet worden gedacht aan haar buurlanden die deel uitmaken van de Unie voor het Middellandse Zeegebied;