Der Gerichtshof wird gebeten, die Vereinbarkeit des vorerwähnten Artikels 14 des Gesetzes vom 9. November 2015 « zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Inneres » mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 190, mit Artikel 2 des Zivilgesetzbuches, mit dem allgemeinen Grundsatz der Nichtrückwirkung der Gesetze, mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit, mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu der vorerwähnten Konvention zu prüfen.
Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid te onderzoeken van het voormelde artikel 14 van de wet van 9 november 2015 « houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken » met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 190 van de Grondwet, met artikel 2 van het Burgerlijk Wetboek, met het algemene beginsel van niet-retroactiviteit van de wetten, met het rechtszekerheidsbeginsel, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het voormelde Verdrag.