Vertaling van " zeitpunkt ihrer anerkennung " (Duits → Nederlands) :

Art. 3 - § 1 - Was die Finanzierungspflichten gegenüber den Verwaltungen des Kults der anerkannten interföderalen lokalen Glaubensgemeinschaften angeht, sind die zum Zeitpunkt ihrer Anerkennung festgelegten Verteilerschlüssel anwendbar.
Art. 3. § 1. Voor de financieringsverplichtingen ten opzichte van de besturen van de eredienst van de interfederale erkende plaatselijke geloofsgemeenschappen, blijven de verdeelsleutels die zijn bepaald op het ogenblik van de erkenning, van toepassing.

31. bekräftigt die Tatsache, dass die Kontrolle über ihre sexuellen und reproduktiven Rechte stets bei den Frauen verbleiben muss, insbesondere mit Hilfe eines ungehinderten Zugangs zu Verhütung und Abtreibung; hebt hervor, dass das Recht auf reproduktive Gesundheit ein integraler Bestandteil der Menschenrechte ist sowie dass die reproduktiven Rechte auf der Anerkennung des Grundrechts aller Paare und Personen beruhen, frei und verantwortungsvoll über die Zahl, den Altersabstand und den Zeitpunkt der Geburt ihrer Kinder zu entscheiden sowie über die Informationen und Mittel dazu zu verfügen, dazu gehört auch der Anspruch auf den höchsten Standard der sexuellen und reproduktiven Gesundheit und das Recht aller, Entscheidungen über die Reproduktion frei von Diskriminierung, Zwang und Gewalt (nach der Definition der Weltgesundheitsorganisation) treffen zu können;
31. onderstreept dat vrouwen zeggenschap moeten hebben over hun seksuele en reproductieve rechten, met name door gemakkelijke toegang tot anticonceptie en abortus; stelt dat het recht op reproductieve gezondheid een integraal onderdeel is van de mensenrechten; onderstreept dat de reproductieve rechten berusten op de erkenning van het basisrecht van alle stellen en individuele personen om zelfstandig en in volle verantwoordelijkheid te beslissen hoeveel kinderen zij wensen, met welk leeftijdsverschil en op welk moment, en om over de nodige informatie en middelen daarvoor te beschikken, alsook op het recht op toegang tot de hoogste normen op het vlak van seksuele en reproductieve gezondheid; benadrukt voorts dat de reproductieve rechten ook het recht omvatten van ieder individu om vrij van discriminatie, dwang en geweld beslissingen over reproductie te kunnen nemen (definitie van de WHO);

„Bis zum 30. Dezember 2011 oder bis zu einem von den zuständigen Behörden auf Einzelfallbasis festgelegten früheren Zeitpunkt können Institute, die vor dem 1. Januar 2007 eine besondere Risikomodell-Anerkennung gemäß Anhang V Nummer 1 erhalten haben, für die Zwecke dieser bestehenden Anerkennung die Nummern 4 und 8 des Anhangs VIII der Richtlinie 93/6/EWG in ihrer vor dem 1. Januar 2007 geltenden Fassung anwenden.“
„Tot en met 30 december 2011 of enige eerdere, door de bevoegde autoriteiten per geval vastgestelde datum mogen instellingen, die vóór 1 januari 2007 erkenning hebben gekregen voor een specifiek risicomodel, overeenkomstig bijlage V, punt 1, voor die bestaande erkenning bijlage V, punten 4 tot en met 8 van bijlage VIII van Richtlijn 96/6/EEG behandelen zoals deze luidden vóór 1 januari 2007”.

1. Zum Zwecke der Identifizierung und der Rückverfolgbarkeit einer jeden Feuerwaffe schreiben die Mitgliedstaaten entweder vor, dass jede Feuerwaffe zum Zeitpunkt ihrer Herstellung eine eindeutige Kennzeichnung einschließlich des Namens oder des Warenzeichens des Herstellers, des Herstellungslandes oder –ortes und der Seriennummer und des Herstellungsjahrs (soweit es nicht Teil der Seriennummer ist) zu erhalten hat, wie beispielsweise in dem Übereinkommen vom 1. Juli 1969 über die gegenseitige Anerkennung von Beschusszeichen für Handfeuerwaffen (CIP) festgelegt, oder sie legen eine andere eindeutige und benutzerfreundliche Kennzeichnung mit einfachen geometrischen Symbolen in Verbindung mit einem numerischen oder alphanumerischen Code fest, die allen Staaten ohne Weiteres die Ermittlung des Herstellungslandes ermöglicht.
1. Ten behoeve van de identificatie en tracering van geassembleerde vuurwapens vereisen de lidstaten dat bij de vervaardiging van elk vuurwapen een unieke markering wordt aangebracht met de naam of het merk van de fabrikant, het land of de plaats van vervaardiging, het serienummer en het jaar van vervaardiging (indien geen deel uitmakend van het serienummer), zoals is voorgeschreven in het Verdrag van 1 juli 1969 inzake de wederzijdse erkenning van keurmerken van handvuurwapens (CIP), of hanteren zij een andere unieke en gebruikersvriendelijke markering bestaande uit een numerieke en/of alfanumerieke code, aan de hand waarvan alle lidstaten het land van vervaardiging eenvoudig kunnen identificeren.

„1. Zum Zwecke der Identifizierung und der Rückverfolgbarkeit einer jeden Feuerwaffe schreiben die Mitgliedstaaten entweder vor, dass jede Feuerwaffe zum Zeitpunkt ihrer Herstellung eine eindeutige Kennzeichnung einschließlich des Namens oder des Beschusszeichens des Herstellers, des Herstellungslandes oder –ortes und der Seriennummer zu erhalten hat, wie beispielsweise in dem Übereinkommen vom 1. Juli 1969 über die gegenseitige Anerkennung von Beschusszeichen für Handfeuerwaffen festgelegt, oder sie legen eine andere eindeutige und benutzerfreundliche Kennzeichnung mit einfachen geometrischen Symbolen in Verbindung mit einem numerischen oder alphanumerischen Code fest, die allen Staaten ohne Weiteres die Ermittlung des Herstellungslandes ermöglicht.
1. Ten behoeve van de identificatie en tracering van geassembleerde vuurwapens vereisen de lidstaten dat bij de vervaardiging van elk vuurwapen een unieke markering wordt aangebracht met de naam van de fabrikant of diens merk, het land of de plaats van vervaardiging en het serienummer, zoals b.v. is voorgeschreven in het Internationale Verdrag van Brussel van 1 juli 1969 inzake de wederzijdse erkenning van keurmerken van handvuurwapens, of hanteren zij een andere unieke en gebruikersvriendelijke markering bestaande uit eenvoudige geometrische symbolen gecombineerd met een numerieke en/of alfanumerieke code, aan de hand waarvan alle lidstaten het land van vervaardiging eenvoudig kunnen identificeren.

„Bis zum 30. Juni 2011 oder bis zu einem von den zuständigen Behörden auf Einzelfallbasis festgelegten früheren Zeitpunkt können Finanzinstitute, die vor dem 1. Januar 2007 eine besondere Risikomodell-Anerkennung gemäß Anhang V Nummer 1 erhalten haben, für die Zwecke dieser Anerkennung die Nummern 4 und 8 des Anhangs VIII der Richtlinie 93/6/EWG in ihrer Fassung vor dem 1. Januar 2007 anwenden.“
"Tot 30 juni 2011 of enige eerdere, door de bevoegde autoriteiten per geval vastgestelde datum mogen instellingen die vóór 1 januari 2007 erkenning hebben gekregen voor een specifiek risicomodel, overeenkomstig bijlage V, punt 1, voor die bestaande erkenning bijlage V, de punten 4 tot en met 8 van bijlage V van Richtlijn 96/6/EEG, behandelen zoals deze luidden vóór 1 januari 2007".

Bis zum 31. Dezember 2009 oder bis zu einem von den zuständigen Behörden auf Einzelfallbasis festgelegten früheren Zeitpunkt können Finanzinstitute, die vor dem 1. Januar 2007 eine besondere Risikomodell-Anerkennung gemäß Anhang V Nummer 1 erhalten haben, für die Zwecke dieser Anerkennung die Nummern 4 und 8 des Anhangs V der Richtlinie 93/6/EWG in ihrer Fassung vor dem 1. Januar 2007 anwenden.
Tot 31 december 2009 of enige eerdere, door de bevoegde autoriteiten per geval vastgestelde datum mogen instellingen die vóór 1 januari 2007 erkenning hebben gekregen voor een specifiek risicomodel, overeenkomstig bijlage V, punt 1, voor die bestaande erkenning bijlage V, de punten 4 tot en met 8 van bijlage V van Richtlijn 96/6/EEG, behandelen zoals deze luidden vóór 1 januari 2007.

b) die Erzeuger, die der Organisation nach dem Zeitpunkt ihrer Anerkennung beigetreten sind und während der letzten neun Monate des Jahres, für das die Beihilfe beantragt wird, Mitglied waren.
b) de producenten die na de erkenning van de organisatie lid zijn geworden en die gedurende de laatste negen maanden van het jaar waarvoor de steun wordt aangevraagd lid zijn geweest.

Artikel 20d (1) Abweichend von Artikel 10 Absätze 1 und 2 der Verordnung (EWG) Nr. 1360/78 gewähren die Mitgliedstaaten den anerkannten Erzeugergemeinschaften 5 Jahre lang, vom 1. November 1978 an gerechnet, Beihilfen zur Förderung ihrer Gründung und zur Erleichterung ihres Betriebs a) in den 5 Jahren nach dem Zeitpunkt ihrer Anerkennung und zwar
1 . In afwijking van artikel 10 , leden 1 en 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1360/78 kennen de Lid-Staten gedurende een periode van vijf jaar , te rekenen vanaf 1 november 1978 , ter bevordering van de oprichting van erkende producentengroeperingen en ter vergemakkelijking van de administratieve werking daarvan , steun toe :