Vertaling van " 30 juni 2013 vorzulegen " (Duits → Nederlands) :

Drei Programme waren noch in der Durchführung begriffen und mussten bis zum 31. Dezember 2001 abgeschlossen werden. Die Schlussberichte und die abschließenden Ausgabenerklärungen waren bis zum 30. Juni 2002 vorzulegen.
In deze periode waren er drie programma's in uitvoering, waarvan de voltooiing voorzien was per 31 december 2001 en de eindrapportage en de indiening van de laatste declaraties per 30 juni 2002.

Und schließlich sollten sie auch der Erstellung der zweiten NEEAPs den Weg bereiten, die der Kommission zum 30. Juni 2011 vorzulegen sind.
Tenslotte zouden deze activiteiten ook de weg moeten bereiden voor de werkzaamheden rond de opstelling van de tweede NEEAP's, die tegen 30 juni 2011 bij de Commissie moeten worden ingediend.

Alle Programme bis auf eines wurden bis zum 31. Dezember 2001 abgeschlossen. Die Schlussberichte und die abschließenden Ausgabenerklärungen waren bis zum 30. Juni 2002 vorzulegen.
Van op één na alle programma's was de uitvoering op 31 december 2001 voltooid; de eindrapportage en de laatste declaraties waren gepland voor 30 juni 2002.

Der erste Bericht ist bis zum 30. Juni 2002 vorzulegen.
Het eerste rapport wordt uiterlijk op 30 juni 2002 ingediend.

90. fordert den Rat in der Zwischenzeit auf, zusammen mit dem Parlament mit der Ausarbeitung eines Zeitplans für einen einzigen Sitz und eine wirksamere Nutzung der Arbeitsorte des Parlaments zu beginnen und dabei spezifische aktuelle Zahlen zu den Kosten jedes Arbeitsortes und der Arbeitsbedingungen des Personals sowie wirtschaftliche, gesellschaftliche und ökologische Faktoren zu berücksichtigen und in einen Bericht einfließen zu lassen, der bis zum 30. Juni 2013 vorzulegen ist;
90. verzoekt de Raad om in tussentijd te beginnen met de opstelling, samen met het Parlement, van een routekaart voor de omschakeling naar één zetel en een efficiënter gebruik van de vergaderplaatsen van het Parlement, op basis van specifieke, bijgewerkte cijfers over de kosten van elke vergaderplaats en de arbeidsomstandigheden van het personeel en rekening houdend met economische, maatschappelijke en milieufactoren, die uiterlijk 30 juni 2013 moet worden gepresenteerd in een verslag;

91. fordert den Rat in der Zwischenzeit auf, zusammen mit dem Parlament mit der Ausarbeitung eines Zeitplans für einen einzigen Sitz und eine wirksamere Nutzung der Arbeitsorte des Parlaments zu beginnen und dabei spezifische aktuelle Zahlen zu den Kosten jedes Arbeitsortes und der Arbeitsbedingungen des Personals sowie wirtschaftliche, gesellschaftliche und ökologische Faktoren zu berücksichtigen und in einen Bericht einfließen zu lassen, der bis zum 30. Juni 2013 vorzulegen ist;
91. verzoekt de Raad om in tussentijd te beginnen met de opstelling, samen met het Parlement, van een routekaart voor de omschakeling naar één zetel en een efficiënter gebruik van de vergaderplaatsen van het Parlement, op basis van specifieke, bijgewerkte cijfers over de kosten van elke vergaderplaats en de arbeidsomstandigheden van het personeel en rekening houdend met economische, maatschappelijke en milieufactoren, die uiterlijk 30 juni 2013 moet worden gepresenteerd in een verslag;

EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 32013L0030 - EN - Richtlinie 2013/30/EU des Europäischen Parlaments und des Rates vom 12. Juni 2013 über die Sicherheit von Offshore-Erdöl- und -Erdgasaktivitäten und zur Änderung der Richtlinie 2004/35/EG Text von Bedeutung für den EWR // RICHTLINIE 2013/30/EU DES EUROPÄISCHEN PARLAMENTS UND DES RATES // vom 12. Juni 2013 // (Text von Bedeutung für den EWR) // ERKLÄRUNG DER KOMMISSION
EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 32013L0030 - EN - Richtlijn 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van Richtlijn 2004/35/EG Voor de EER relevante tekst // RICHTLIJN 2013/30/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD // van 12 juni 2013 // (Voor de EER relevante tekst) // VERKLARING VAN DE COMMISSIE

9. verweist den Präsidenten und den Generalsekretär auf seine Entschließung vom 6. Februar 2013 , in der es „auf den Beschluss des Plenums hin[weist], in dem der Rat aufgefordert wurde, bis Juni 2013 einen Fahrplan für die Mehrfachstandorte des EP vorzulegen, und erwartet von den betroffenen Ausschüssen, dem Generalsekretär und dem Präsidium, dass sie den Mitgliedern aktuelle Informationen über die finanziellen und ökologischen Auswirkungen der Mehrfachstandort-Regelung zur Verfügung stellen; empfiehlt, dass sich die für Folgeabschätzungen zuständigen Dienststellen des EP – mit Blick auf die Auswirkungen der Anwesenheit bzw. zeitweiligen Anwesenheit des EP in den jeweiligen Gemeinden und Regionen – mit dieser Frage befassen und bis Juni 2013 eine Bewertung vorlegen, damit ihre Ergebnisse im nächsten MFR berücksichtigt werden können“; weist darauf hin, dass der Juni 2013 schnell näher rückt;
9. herinnert de Voorzitter en de secretaris-generaal aan de volgende passage in zijn resolutie van 6 februari 2013 : „herinnert aan het besluit van de plenaire vergadering om de Raad te verzoeken uiterlijk 2013 een routekaart te presenteren met betrekking tot de meerdere werklocaties van het EP en verwacht dat de betrokken commissies, de secretaris-generaal en het Bureau actuele cijfers en informatie aan de leden zullen verstrekken over de financiële en milieugevolgen van het stelsel van meerdere werklocaties; verzoekt de diensten van het EP een effectbeoordeling van dit vraagstuk uit te voeren en daarbij ook aandacht te besteden aan de gevolgen van de aanwezigheid of gedeeltelijke aanwezigheid van het EP voor de respectieve gemeenschappen en regio's en uiterlijk juni 2013 een beoordeling hiervan te presenteren zodat in het kader van het volgende MFK met deze bevindingen rekening kan worden gehouden”; wijst erop dat juni 2013 snel nadert;

9. verweist den Präsidenten und den Generalsekretär auf seine Entschließung vom 6. Februar 2013, in der es „auf den Beschluss des Plenums hin[weist], in dem der Rat aufgefordert wurde, bis Juni 2013 einen Fahrplan für die Mehrfachstandorte des EP vorzulegen, und erwartet von den betroffenen Ausschüssen, dem Generalsekretär und dem Präsidium, dass sie den Mitgliedern aktuelle Informationen über die finanziellen und ökologischen Auswirkungen der Mehrfachstandort-Regelung zur Verfügung stellen; empfiehlt, dass sich die für Folgeabschätzungen zuständigen Dienststellen des EP – mit Blick auf die Auswirkungen der Anwesenheit bzw. zeitweiligen Anwesenheit des EP in den jeweiligen Gemeinden und Regionen – mit dieser Frage befassen und bis Juni 2013 eine Bewertung vorlegen, damit ihre Ergebnisse im nächsten MFR berücksichtigt werden können“; weist darauf hin, dass der Juni 2013 schnell näher rückt;
9. herinnert de Voorzitter en de secretaris-generaal aan de volgende passage in zijn resolutie van 6 februari 2013: "herinnert aan het besluit van de plenaire vergadering om de Raad te verzoeken uiterlijk 2013 een routekaart te presenteren met betrekking tot de meerdere werklocaties van het EP en verwacht dat de betrokken commissies, de secretaris-generaal en het Bureau actuele cijfers en informatie aan de leden zullen verstrekken over de financiële en milieugevolgen van het stelsel van meerdere werklocaties; verzoekt de diensten van het EP een effectbeoordeling van dit vraagstuk uit te voeren en daarbij ook aandacht te besteden aan de gevolgen van de aanwezigheid of gedeeltelijke aanwezigheid van het EP voor de respectieve gemeenschappen en regio's en uiterlijk juni 2013 een beoordeling hiervan te presenteren zodat in het kader van het volgende MFK met deze bevindingen rekening kan worden gehouden"; wijst erop dat juni 2013 snel nadert;

10. weist auf den Beschluss des Plenums hin, in dem der Rat aufgefordert wurde, bis Juni 2013 einen Fahrplan für die Mehrfachstandorte des EP vorzulegen, und erwartet von den betroffenen Ausschüssen, dem Generalsekretär und dem Präsidium, dass sie den Mitgliedern aktuelle Informationen über die finanziellen und ökologischen Auswirkungen der Mehrfachstandort-Regelung zur Verfügung stellen; empfiehlt, dass sich die für Folgeabschätzungen zuständigen Dienststellen des EP – mit Blick auf die Auswirkungen der Anwesenheit bzw. zeitweiligen Anwesenheit des EP in den jeweiligen Gemeinden und Regionen – mit dieser Frage befassen und bis Juni 2013 eine Bewertung vorlegen, damit ihre Ergebnisse im nächsten MFR berücksichtigt werden können;
10. herinnert aan het besluit van de plenaire vergadering om de Raad te verzoeken uiterlijk 2013 een routekaart te presenteren met betrekking tot de meerdere werklocaties van het EP en verwacht dat de betrokken commissies, de secretaris-generaal en het Bureau actuele cijfers en informatie aan de leden zullen verstrekken over de financiële en milieugevolgen van het stelsel van meerdere werklocaties; verzoekt de diensten van het EP een effectbeoordeling van dit vraagstuk uit te voeren en daarbij ook aandacht te besteden aan de gevolgen van de aanwezigheid of gedeeltelijke aanwezigheid van het EP voor de respectievelijke gemeenschappen en regio's en uiterlijk juni 2013 een beoordeling hiervan te presenteren zodat in het kader van het volgende MFK met deze bevindingen rekening kan worden gehouden;