Die in B.6.2 angeführten Urteile, die sich - mit Ausnahme des Urteils Lee Davies gegen Belgien vom 28. Juli 2009 - alle auf Beweismaterial bezogen, das unter Missachtung von Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention erlangt wurde, lassen e
inerseits erkennen, dass der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte davon ausgeht, dass die Artikel 6 und 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention ke
ine Regeln über die Zulässigkeit eines Beweises in einer Rechtssache enthalten, und andererseits, dass d
ie Verwendung eines ...[+++]Beweises, der unter Missachtung von Artikel 8 dieser Konvention erlangt wurde, nicht notwendigerweise zu einem Verstoss gegen das durch Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistete Recht auf ein faires Verfahren führt.De in B.6.2 aangehaalde arresten, die - met uitzondering van het arrest Lee Davies t. België van 28 juli 2009 - alle b
etrekking hadden op bewijsmateriaal dat met miskenning van artikel 8 van het Europees Verdrag voo
r de rechten van de mens was verkregen, doen ervan blijken, enerzijds, dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van oordeel is dat de artikelen 6 en 8 van het Europees Verdrag geen regels bevatten betreffende de toelaatbaarheid van een bewijs in een rechtszaak en, anderzijds, dat het aanwenden van een bewijs dat met
...[+++] miskenning van artikel 8 van dat Verdrag werd verkregen, niet noodzakelijk tot een schending leidt van het door artikel 6.1 van het Europees Verdrag gewaarborgde recht op een eerlijk proces.