19. wünscht, dass im Rahmen des 11. EEF das Verhältnis der Mittel für ein Programm innerhalb der AKP-Staaten und für Programme der regionalen Zusammenarbeit dem Verhältnis im Rahmen den 10. EEF entspricht, wobei der EEF nichtzugeteilte flexible Mittel vorsieht, und eine größtmögliche wechselseitig
e Ergänzung mit dem zukünftigen afrikaweiten Programm im Rahmen des zukünftigen DCI gewährleistet wird, da diese Mittel teilweise d
er Finanzierung des neuen Mechanismus zur Abfederung exogener Schocks auf internationaler Ebene (insbesondere F
...[+++]inanz-, Nahrungsmittel- und humanitäre Krise) die einen AKP-Staat treffen könnten, und humanitärer Soforthilfe dienen werden; betont, wie wichtig diese Programme sind, die zur Stärkung der Fähigkeit der AKP-Staaten, sich auf den Fall des Schocks vorzubereiten, zur Verbesserung ihrer Widerstandsfähigkeit und zur Koordinierung von Soforthilfe, Rehabilitation und Entwicklung beitragen; 19. wenst dat in het kader van het elfde EOF, de verhouding van de middelen die worden toegewezen aan de samenwerking tussen de ACS-landen onderling en de regionale samenwerking identiek is aan die voor het tiende EOF, waarbij evenwel dient te worden gezorgd voor de beschikbaarheid van niet-toegekende en flexibele middelen en voor maximale complementariteit met het toekomstige pan-Afrikaanse programma, voorzien binnen het kader van het komende financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, aangezien met een gedeelte va
n deze middelen het nieuwe schema om exogene schokken met een internationale dimensie (met name financiële, huma
...[+++]nitaire of voedselcrises) die een ACS-land kunnen treffen, op te vangen, zal worden gefinancierd, evenals humanitaire noodhulp; benadrukt het belang van deze programma's die bijdragen tot de versterking van de capaciteit van ACS-landen om zich voor te bereiden op schokken, van hun weerbaarheid en van de coördinatie van de noodmaatregelen en de maatregelen op het vlak van rehabilitatie en ontwikkeling;