9. regt an, dass die neuen und die alten Mitgliedstaaten innerhalb der Europäischen Union zukunftsorientierter zusammenarbeiten sollten, um zu gewährleisten, dass die Lage in bestimmten Ländern, die in die ENP eingebunden sind, zügiger verfolgt wird, so dass die Europäische Union in ihrer Politik gegenüber diesen Ländern flexibler reagieren kann;
9. suggereert dat de nieuwe en oude lidstaten proactiever moeten samenwerken binnen de EU om ervoor te zorgen dat de situatie in bepaalde landen binnen het ENB eerder in het oog wordt gehouden, zodat de EU flexibeler kan reageren in haar beleid met betrekking tot deze landen;
