(3) Die in den mittelfristigen haushaltspolitischen Rahmen zugrunde gelegten Projektionen müssen auf realistischen makroökonomischen Prognosen und Haushaltsprognosen gemäß Kapitel III basieren.
3. Binnen het begrotingskader voor de middellange termijn vastgestelde prognoses worden gebaseerd op realistische macro-economische en budgettaire prognoses in overeenstemming met Hoofdstuk III.