2. Im Zuge der jährlichen Bewertung des Stands der Durchführung der in den POSEI-Programmen vorgesehenen Maßnahmen können die Mitgliedstaaten nach Konsultation der betroffenen Akteure aus Wirtschaft und Gesellschaft der Kommission im Rahmen der Mittelausstattung gemäß Artikel 29 Absätze 2 und 3 Änderungsvorschläge unterbreiten, um die Maßnahmen besser an die Erfordernisse der Regionen in äußerster Randlage und die vorgeschlagene Strategie anpassen zu können.
2. Op basis van de jaarlijkse evaluatie van de uitvoering van de maatregelen van de POSEI-programma’s kunnen de lidstaten, na raadpleging van de betrokken sociaaleconomische actoren, binnen de in artikel 29, leden 2 en 3, vastgestelde financiële middelen, bij de Commissie voorstellen tot wijziging van die programma’s indienen, met de bedoeling ze beter aan te passen aan de behoeften van de ultraperifere gebieden en aan de voorgestelde strategie.