Die Frage könnte auch dahingehend aufgefasst werden, dass sie auf die Vereinbarkeit der Artikel 85 und 100 des Strafgesetzbuches mit dem Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz abzielt, insoweit diese Bestimmungen dazu führen würden, dass bei Zoll- und Akzisenvergehen keine mildernden Umstände berücksichtigt werden könnten.
De vraag zou ook zo kunnen worden begrepen dat zij peilt naar de bestaanbaarheid met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie van de artikelen 85 en 100 van het Strafwetboek, in zoverre uit die bepalingen zou voortvloeien dat in douane- en accijnsmisdrijven geen verzachtende omstandigheden in aanmerking kunnen worden genomen.