(1) Anträge auf Befreiung von dem mit Artikel 2 Absatz 1 und Artikel 3 Absatz 1 ausgeweiteten Zoll sind schriftlich in einer Amtssprache der Europäischen Union zu stellen und von einer bevollmächtigten Person des antragstellenden Unternehmens zu unterzeichnen.
1. Verzoeken om vrijstelling van het bij artikel 2, lid 1, en artikel 3, lid 1, uitgebreide recht moeten schriftelijk in een van de officiële talen van de Europese Unie worden ingediend en ondertekend zijn door een persoon die gemachtigd is om de entiteit die om vrijstelling verzoekt, te vertegenwoordigen.