1. Jeder Mitgliedstaat bestimmt eine Behörde (nachstehend „N. SIS-II-Stelle“ genannt), die eine zentrale Zuständigkeit für sein N. SIS II hat. Diese Behörde ist für das reibungslose Funktionieren und die Sicherheit des N. SIS II verantwortlich, gewährleistet den Zugriff der zuständigen Behörden auf das SIS II und trifft die erforderlichen Maßnahmen zur Gewährleistung der Einhaltung der Bestimmungen dieser Verordnung.
1. Elke lidstaat wijst een autoriteit aan („N. SIS II-instantie”) die de centrale verantwoordelijkheid voor zijn N. SIS II heeft. Deze autoriteit is verantwoordelijk voor de goede werking en beveiliging van N. SIS II, zorgt voor de toegang van de bevoegde autoriteiten tot SIS II, en neemt de nodige maatregelen ten behoeve van de naleving van de bepalingen van deze verordening.