Neben diesem Grundsatz kommen noch weitere Überlegungen hinzu, die für oder gegen die Aufhebung der Immunität sprechen, wie etwa das Kriterium des fumus persecutionis, d.h. die Vermutung, dass dem Strafverfahren die Absicht zugrunde liegt, der politischen Tätigkeit des Abgeordneten zu schaden (beispielsweise Verfahren auf der Grundlage anonymer Beschuldigungen, Anträge, die eine lange Zeit nach den mutmaßlichen Handlungen eingereicht werden, usw.) und Vorwürfe besonders schwerwiegender Natur.
Naast dit criterium zijn er nog andere overwegingen die voor of tegen opheffing van immuniteit pleiten, zoals fumus persecutionis, dat wil zeggen het vermoeden dat de strafrechtelijke vervolging is ingesteld met de bedoeling het parlementslid politieke schade te berokkenen (bijvoorbeeld een procedure op grond van anonieme beschuldigingen, verzoeken die pas lange tijd na de beweerde feiten gedaan worden, enz.) en aantijgingen van een bijzonder ernstig karakter.
