In der ersten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, die vorerwähnte Bestimmung auf ihre Vereinbarkeit mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung hin zu prüfen, insofern sie beinhaltet, dass Artikel 1435 des Zivilgesetzbuches nicht auf Eheleute anwendbar ist, die vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 14. Juli 1976 in einem Güterstand der Gütertrennung mit einer den Regeln der gesetzlichen Gemeinschaft unterliegenden Errungenschaftsgemeinschaft geheiratet haben, während derselbe Artikel wohl auf Eheleute anwendbar ist, die nachher im gleichen Güterstand geheiratet haben.
In een eerste prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de bestaanbaarheid na te gaan van de voormelde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij inhoudt dat artikel 1435 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is op de echtgenoten die vóór de inwerkingtreding van de wet van 14 juli 1976 zijn gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen met een gemeenschap van aanwinsten die aan de regels inzake de wettelijke gemeenschap is onderworpen, terwijl datzelfde artikel van toepassing is op de echtgenoten die daarna onder hetzelfde stelsel zijn gehuwd.