Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «während ordentliche richter wohl diese » (Allemand → Néerlandais) :

Daraus ergibt sich, dass die Flexi-Job-Arbeitnehmer nur das einfache Urlaubsgeld erhalten und vom Anspruch auf doppeltes Urlaubsgeld ausgeschlossen sind, während die anderen Arbeitnehmer im Horeca-Sektor wohl dieses Recht genießen.

Daaruit vloeit voort dat de flexi-jobwerknemers slechts het enkel vakantiegeld ontvangen en uitgesloten zijn van het recht op dubbel vakantiegeld, terwijl de andere werknemers in de horecasector wel dat recht genieten.


Der vorlegende Richter stellt dem Gerichtshof eine Frage bezüglich der Vereinbarkeit von Artikel 38 § 6 des Straßenverkehrsgesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern die Kategorie von Personen, die verurteilt worden seien, weil sie ein Fahrzeug außerhalb der Grenzen der Fahrerlaubnis, deren Inhaber sie seien, gesteuert hätten - in Artikel 30 § 2 desselben Gesetzes vorgesehener Verstoß, im Sinne des vorerwähnten Artikels 38 § 6 -, auf die gleiche Weise behandelt werde wie die Kategorie von Personen, die aufgrund der anderen in diesem Artikel ...[+++]

De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de categorie van personen die zijn veroordeeld omdat zij een voertuig hebben bestuurd buiten de perken van het rijbewijs waarvan zij houder zijn - overtreding waarin is voorzien in artikel 30, § 2, van dezelfde wet, bedoeld in het voormelde artikel 38, § 6 - op dezelfde wijze wordt behandeld als de categorie van personen die zijn veroordeeld op grond van de andere in dat artikel 38, § 6, vermelde overtredingen, terwijl de eerste categorie, bij een veroordeling wegens e ...[+++]


« 1) Verstößt Artikel 20bis des Flämischen Wohngesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem in dem Fall, dass eine Wohnung von einem Städtebauverstoß betroffen ist und aus diesem Grund nicht für Wiedergutmachung der Wohnqualitätsmängel in Betracht kommt, der Richter dem gegen Artikel 5 des Flämischen Wohngesetzbuches Verstoßenden, gegen den nur der Wohnungsinspektor eine Klage auf Wiedergutmachung erhoben hat, anordnet, dieser Wohnung eine andere Z ...[+++]

« 1) Schendt artikel 20bis van de Vlaamse Wooncode de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM, doordat, wanneer een woning aangetast is door een stedenbouwmisdrijf en om die reden niet in aanmerking komt voor herstel van de woonkwaliteitsgebreken, aan de overtreder van artikel 5 van de Vlaamse Wooncode tegen wie uitsluitend de wooninspecteur een herstelvordering heeft ingesteld, de rechter beveelt om een andere bestemming te geven aan die woning overeenkomstig de bepalingen van de VCRO of om de woning of het goed te slopen, tenzij de sloop ervan verboden is op grond van wettelijke, decretale of regleme ...[+++]


2. die Verwaltungsbehörde, die die Geldbusse verhängt, keine Kontrolle der Gesetzmässigkeit der Verordnungen in Anwendung von Artikel 159 der Verfassung durchführen kann, während der ordentliche Richter wohl diese Befugnis hat?

2. de administratieve overheid die de geldboete oplegt, de wettigheid van de verordeningen niet kan controleren, met toepassing van artikel 159 van de Grondwet, terwijl de justitiële rechter wel die bevoegdheid heeft ?


Die zweite Frage bezieht sich darauf, dass die Verwaltungsbehörde, die die Geldbusse auferlege, die Gesetzmässigkeit der Verordnungen nicht in Anwendung von Artikel 159 der Verfassung kontrollieren könne, während der ordentliche Richter wohl diese Befugnis habe.

De tweede vraag betreft het feit dat de administratieve overheid die de geldboete oplegt, niet, met toepassing van artikel 159 van de Grondwet, de wettigheid van de verordeningen kan toetsen terwijl de justitiële rechter wel die bevoegdheid heeft.


B.2.3 Die dritte Frage bezieht sich darauf, dass die Verwaltungsbehörde, die die Geldbusse auferlege, den Hof nicht zur Vereinbarkeit einer Gesetzesnorm mit der Verfassung und den Regeln der Zuständigkeitsverteilung befragen könne, während der ordentliche Richter wohl diese Befugnis habe.

B.2.3 De derde vraag heeft betrekking op de omstandigheid dat de administratieve overheid die de geldboete oplegt, het Hof geen vraag kan stellen over de bestaanbaarheid van een wetskrachtige norm met de Grondwet en de bevoegdheidverdelende regels, terwijl de justitiële rechter wel die bevoegdheid heeft.


Der vorlegende Richter bittet den Gerichtshof, die in B.1.1 erwähnte Dekretsbestimmung zu prüfen hinsichtlich ihrer Vereinbarkeit mit einerseits Artikel 12 Absatz 2 und Artikel 14 der Verfassung, insofern durch sie der Regierung die Befugnis erteilt werde, die Modalitäten für die Berechnung der Geldbuße innerhalb einer Spanne von 250 bis 50 000 Euro festzulegen (erste Vorabentscheidungsfrage), und andererseits den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, ausgelegt in dem Sinne, dass die fragliche Bestimmung es dem Polizeigericht nicht ...[+++]

De verwijzende rechter verzoekt het Hof om de in B.1.1 vermelde bepaling van decretale aard te onderzoeken ten aanzien van de bestaanbaarheid ervan, enerzijds, met de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, in zoverre zij aan de Regering de bevoegdheid toekent om de modaliteiten van de berekening van de geldboete binnen een marge van 250 tot 50 000 euro te bepalen (eerste prejudiciële vraag), en, anderzijds, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie volgens welke de in het geding zijnde bepaling aan de politierechtbank niet de mogelijkheid zou bieden ...[+++]


2. die Verwaltungsbehörde, die die Geldbusse verhängt, keine Kontrolle der Gesetzmässigkeit der Verordnungen in Anwendung von Artikel 159 der Verfassung durchführen kann, während der ordentliche Richter wohl diese Befugnis hat?

2. de administratieve overheid die de geldboete oplegt, de wettigheid van de verordeningen niet kan controleren, met toepassing van artikel 159 van de Grondwet, terwijl de justitiële rechter wel die bevoegdheid heeft ?


Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof erfahren, ob diese Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt, ausgelegt in dem Sinne, dass dadurch der Architektenkammer nicht die Befugnis erteilt werde, entweder als Zivilpartei vor dem Strafrichter oder als klagende Partei vor dem Zivilrichter aufzutreten gegen Verstöße gegen Gesetze und Verordnungen zum Schutz des Architektentitels und -berufs, während ein Berufsverband i ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of die bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in de interpretatie dat zij geen bevoegdheid toekent aan de Orde van architecten om, hetzij als burgerlijke partij voor de strafrechter, hetzij als eisende partij voor de burgerlijke rechter, in rechte op te treden tegen inbreuken op de wetten en reglementen tot bescherming van de titel en van het beroep van architect, terwijl een beroepsvereniging in de zin van de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen, wel voor de gewone rechtscolleges in rechte kan optreden ter bescherming van de belangen waarvoor zij is opgeric ...[+++]


Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof erfahren, ob diese Bestimmung gegen die Artikel 10, 11 und 13 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstoße, insofern « die Parteien in einem Verfahren auf Nichtigerklärung vor dem Verfassungsgerichtshof nicht dazu verpflichtet sind, einen Schriftsatz einzureichen, und bei Nichteinreichung eines Schriftsatzes kein mangelndes Interesse festgestellt wird, während in Verfah ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of die bepaling de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt in zoverre « er op partijen in procedures tot nietigverklaring voor het Grondwettelijk Hof geen verplichting rust om een memorie in te dienen en dat bij het niet indienen van een memorie geen gebrek aan belang wordt vastgesteld, terwijl er in procedures tot nietigverklaring voor de Raad van State van een arrest van de Raad voor V ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'während ordentliche richter wohl diese' ->

Date index: 2023-10-15
w