Traduction de «wurden insgesamt 622 vorschläge » (Allemand → Néerlandais) :

Insgesamt wurden 9167 Vorschläge eingereicht, von denen nach einer Prüfung auf Zulässigkeit 8794 in einem zweistufigen Verfahren einem Peer-Review unterzogen wurden.
In totaal zijn er 9 167 voorstellen ontvangen, waarvan, na een subsidiabiliteitscontrole, 8 794 aan een "peer review" werden onderworpen in een procedure in twee fasen.

Als Ergebnis des Bewertungsprozesses wurden 313 Vorschläge für eine Förderung ausgewählt. Insgesamt wurden Finanzhilfen in Höhe von 720 Mio. EUR gewährt; der durchschnittliche Betrag einer Finanzhilfe lag bei 2,3 Mio. EUR.
Na afloop van het evaluatieproces kwamen in totaal 313 voorstellen voor financiering in aanmerking waarvoor in totaal ongeveer 720 miljoen euro werd toegewezen met een gemiddelde van ongeveer 2,3 miljoen euro per voorstel.

Insgesamt wurden 2408 Vorschläge eingereicht: 1053 im Bereich Physik und Ingenieurwissenschaften, 788 im Bereich Biowissenschaften und 567 im Bereich Sozial- und Geisteswissenschaften, was 44 %, 33 % bzw. 23 % entspricht.
In totaal werden 2 408 voorstellen ingediend: 1 053 voorstellen voor natuur- en ingenieurswetenschappen, 788 voor biowetenschappen en 567 voor menswetenschappen, respectievelijk 44 %, 33 % en 23 %.

Insgesamt wurden 3329 Vorschläge eingereicht: 1486 im Bereich Physik und Ingenieurwissenschaften, 1073 im Bereich Biowissenschaften und 770 im Bereich Sozial- und Geisteswissenschaften, was 45 %, 32 % bzw. 23 % entspricht.
In totaal werden 3 329 voorstellen ingediend: 1 486 voor natuur- en ingenieurswetenschappen, 1 073 voor biowetenschappen en 770 voor menswetenschappen, respectievelijk 45 %, 32 % en 23 %.

Mit dem neuen Vorschlag wurden weitere neun vorrangige Projekte in die einschlägige Liste aufgenommen, die nun insgesamt 29 Projekte auf Hauptverkehrsachsen umfasst.
In het nieuwe voorstel worden nog eens negen nieuwe projecten toegevoegd aan de lijst van prioritaire projecten, waarmee het totaal van de projecten met betrekking tot grote vervoerassen op 29 is komen te liggen.

23. weist darauf hin, dass die Kommission im Jahr 2011 64 begründete Stellungnahmen im Sinne des Protokolls (Nr. 2) über die Anwendung der Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit erhalten hat, was einen erheblichen Anstieg im Vergleich zum Jahr 2010 darstellt; stellt jedoch fest, dass diese 64 begründeten Stellungnahmen nur ca. 10 % der insgesamt 622 Stellungnahmen von einzelstaatlichen Parlamenten darstellen, die im Jahr 2011 im Rahmen des entsprechenden politischen Dialogs bei der Kommission eingingen; verweist zudem auf die Tatsache, dass kein Kommissionsvorschlag eine ausreichende Anzahl begründeter Stellungnahmen erhalten hat, um die Verfahren der „gelben“ oder der „orangefarbenen Karte“ nach diesem Protokoll auszulösen; stellt jedoch fest, dass am 22. Mai 2012 einem Vorschlag der Kommission (Vorschlag für eine Verordnung über die Ausübung des Rechts auf Durchführung kollektiver Maßnahmen im Kontext der Niederlassungs- und der Dienstleistungsfreiheit, die sogenannte Monti-II-Verordnung) erstmalig eine „gelbe Karte“ erteilt wurde; betont, dass die Kommission den Vorschlag nicht deshalb zurückgezogen hat, weil sie der Auffassung war, dass gegen den Grundsatz der Subsidiarität verstoßen wurde, sondern weil sie festgestellt hat, dass der Vorschlag im Parlament und im Rat nur schwer die für seine Annahme notwendige politische Unterstützung erhalten hätte;
23. benadrukt dat in 2011 de Commissie 64 gemotiveerde adviezen heeft ontvangen in de zin van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, wat een aanzienlijke toename is in vergelijking met 2010; stelt echter vast dat die 64 gemotiveerde adviezen slechts 10% van de in het totaal 622 adviezen uitmaken die in het kader van de betreffende politieke dialoog door de nationale parlementen in 2011 naar de Commissie werden gezonden; vestigt voorts de aandacht op het feit dat er voor geen enkel Commissievoorstel voldoende gemotiveerde adviezen werden ontvangen om de „gele of oranje kaart”-procedures krachtens het Protocol in werking te doen treden; stelt daarentegen vast dat op 22 mei 2012 voor het eerst een „gele kaart” is getrokken voor een voorstel van de Commissie (voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de uitoefening van het recht om collectieve actie te voeren in de context van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, „Monti II”); onderstreept dat de Commissie het voorstel ingetrokken heeft niet omdat zij van mening was dat inbreuk was gemaakt op het subsidiariteitbeginsel, maar omdat zij vaststelde dat het onwaarschijnlijk was dat het voorstel binnen het Parlement en de Raad de nodige politieke steun zou krijgen om te kunnen worden aangenomen;

13. weist darauf hin, dass die Kommission im Jahr 2011 64 mit Gründen versehene Stellungnahmen im Sinne des Protokolls (Nr. 2) über die Anwendung der Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit erhalten hat, was einen erheblichen Anstieg im Vergleich zum Jahr 2010 darstellt; stellt jedoch fest, dass diese 64 begründeten Stellungnahmen nur etwa 10 % der insgesamt 622 Stellungnahmen von nationalen Parlamenten darstellen, die im Jahr 2011 im Rahmen des entsprechenden politischen Dialogs bei der Kommission eingingen; verweist zudem auf die Tatsache, dass kein Kommissionsvorschlag eine ausreichende Anzahl mit Gründen versehener Stellungnahmen erhalten hat, um die Verfahren der „gelben“ oder der „orangefarbenen Karte“ nach diesem Protokoll auszulösen; stellt jedoch fest, dass am 22. Mai 2012 einem Vorschlag der Kommission (Vorschlag für eine Verordnung über die Ausübung des Rechts auf Durchführung kollektiver Maßnahmen im Kontext der Niederlassungs- und der Dienstleistungsfreiheit, die sogenannte Monti-II-Verordnung) erstmalig eine „gelbe Karte“ erteilt wurde; betont, dass die Kommission den Vorschlag nicht deshalb zurückgezogen hat, weil sie der Auffassung war, dass gegen den Grundsatz der Subsidiarität verstoßen wurde, sondern weil sie festgestellt hat, dass der Vorschlag im Parlament und im Rat nur schwer die für seine Annahme notwendige politische Unterstützung erhalten hätte;
13. benadrukt dat de Commissie in 2011 64 met redenen omklede adviezen heeft ontvangen in de zin van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, wat een aanzienlijke toename is in vergelijking met 2010; stelt echter vast dat die 64 met redenen omklede adviezen slechts 10% van de in het totaal 622 adviezen uitmaken die in het kader van de respectieve politieke dialoog door de nationale parlementen naar de Commissie werden gezonden in 2011; vestigt voorts de aandacht op het feit dat er voor geen enkel Commissievoorstel voldoende met redenen omklede adviezen werden ontvangen om de "gele of oranje kaart"-procedures in werking te doen treden krachtens het protocol; stelt daarentegen vast dat op 22 mei 2012 voor het eerst een "gele kaart" is getrokken voor een voorstel van de Commissie (voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de uitoefening van het recht om collectieve actie te voeren in de context van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, "Monti II"); onderstreept dat de Commissie het voorstel niet heeft ingetrokken omdat zij achtte dat inbreuk was gemaakt op het subsidiariteitbeginsel, maar omdat zij vaststelde dat het onwaarschijnlijk was dat het voorstel binnen het Parlement en de Raad de nodige politieke steun zou krijgen om te kunnen worden aangenomen;

22. weist darauf hin, dass die Kommission im Jahr 2011 64 begründete Stellungnahmen im Sinne des Protokolls (Nr. 2) über die Anwendung der Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit erhalten hat, was einen erheblichen Anstieg im Vergleich zum Jahr 2010 darstellt; stellt jedoch fest, dass diese 64 begründeten Stellungnahmen nur ca. 10 % der insgesamt 622 Stellungnahmen von einzelstaatlichen Parlamenten darstellen, die im Jahr 2011 im Rahmen des entsprechenden politischen Dialogs bei der Kommission eingingen; verweist zudem auf die Tatsache, dass kein Kommissionsvorschlag eine ausreichende Anzahl begründeter Stellungnahmen erhalten hat, um die Verfahren der „gelben“ oder der „orangefarbenen Karte“ nach diesem Protokoll auszulösen; stellt jedoch fest, dass am 22. Mai 2012 einem Vorschlag der Kommission (Vorschlag für eine Verordnung über die Ausübung des Rechts auf Durchführung kollektiver Maßnahmen im Kontext der Niederlassungs- und der Dienstleistungsfreiheit, die sogenannte Monti-II-Verordnung) erstmalig eine „gelbe Karte“ erteilt wurde; betont, dass die Kommission den Vorschlag nicht deshalb zurückgezogen hat, weil sie der Auffassung war, dass gegen den Grundsatz der Subsidiarität verstoßen wurde, sondern weil sie festgestellt hat, dass der Vorschlag im Parlament und im Rat nur schwer die für seine Annahme notwendige politische Unterstützung erhalten hätte;
22. benadrukt dat in 2011 de Commissie 64 gemotiveerde adviezen heeft ontvangen in de zin van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, wat een aanzienlijke toename is in vergelijking met 2010; stelt echter vast dat die 64 gemotiveerde adviezen slechts 10% van de in het totaal 622 adviezen uitmaken die in het kader van de betreffende politieke dialoog door de nationale parlementen in 2011 naar de Commissie werden gezonden; vestigt voorts de aandacht op het feit dat er voor geen enkel Commissievoorstel voldoende gemotiveerde adviezen werden ontvangen om de "gele of oranje kaart"-procedures krachtens het Protocol in werking te doen treden; stelt daarentegen vast dat op 22 mei 2012 voor het eerst een "gele kaart" is getrokken voor een voorstel van de Commissie (voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de uitoefening van het recht om collectieve actie te voeren in de context van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, "Monti II"); onderstreept dat de Commissie het voorstel ingetrokken heeft niet omdat zij van mening was dat inbreuk was gemaakt op het subsidiariteitbeginsel, maar omdat zij vaststelde dat het onwaarschijnlijk was dat het voorstel binnen het Parlement en de Raad de nodige politieke steun zou krijgen om te kunnen worden aangenomen;

Dies ist die Wahrheit und die Behauptung, es wäre um eine Verkürzung des Arbeitstages gegangen, ist nicht zutreffend – mit dem Vorschlag der Kommission und des Rats wurden insgesamt 78 Arbeitsstunden pro Woche erreicht – da 60 und 65 Stunden über drei Monate gerechnet werden würden.
Dat is de waarheid, en niet dat het zou gaan om een arbeidstijdvermindering – met het voorstel van de Commissie en de Raad zou het totale aantal arbeidsuren uitkomen op 78 per week – omdat het aantal arbeidsuren berekend over drie maanden 60 en 65 zou zijn.

3. stellt fest, dass im jährlichen Gesetzgebungs- und Arbeitsprogramm der Kommission insgesamt 275 Vorschläge für Rechtsakte und Maßnahmen ohne Rechtssetzungscharakter enthalten sind, von denen sich 128 direkt auf die politischen Prioritäten für 2004 beziehen, wobei jedoch nur 57 davon Maßnahmen mit Rechtssetzungscharakter sind; stellt fest, dass ein wesentlicher Teil des Programms für 2004 aus Vorschlägen besteht, die aus früheren Programmen übernommen wurden;
3. stelt vast dat het jaarlijkse wetgevings- en werkprogramma in totaal 275 wetgevingsvoorstellen en niet-wetgevende maatregelen bevat, waarvan er 128 rechtstreeks verband houden met de politieke prioriteiten voor 2004, maar waarvan er slechts 57 echte wetgevingsbesluiten zijn; merkt op dat een aanzienlijk deel van het programma voor 2004 bestaat uit uitgestelde voorstellen uit voorgaande programma's;