In dem Vorschlag, der der Annahme von Artikel 22 der Verfassung vorangegangen war, wurden « der Schutz der Person, die Anerkennung ihrer Identität und die Bedeutung ihrer Entfaltung sowie diejenige ihrer Familie » hervorgehoben (Parl. Dok., Senat, 1991-1992, Nr. 100-4/2°, S. 3).
Het voorstel dat is voorafgegaan aan de aanneming van artikel 22 van de Grondwet beklemtoonde « de bescherming van de persoon, de erkenning van zijn identiteit en de belangrijkheid van zijn ontplooiing en die van zijn gezin » (Parl. St., Senaat, 1991-1992, nr. 100-4/2°, p. 3).