(1) Die Mitgliedstaaten können Vorschriften einführe
n oder beibehalten, wonach die Partei, die eine Unterlassu
ngsklage zu erheben beabsichtigt, dieses Verfahren erst einleiten kann, nachdem sie versucht hat, die Einstellung des Verstoßes entweder in Konsultationen mit der beklagten Partei oder mit der b
eklagten Partei und einer der in Artikel 3 Buchstabe a) bezeichneten qualifizierten Einrichtungen des Mitgliedstaats, in dem die Un
...[+++]terlassungsklage erhoben wird, zu erreichen.
1. De lidstaten mogen bepalingen invoeren of handhaven waarbij de partij die voornemens is een verbodsactie in te stellen, deze procedure alleen kan beginnen nadat zij heeft getracht, in overleg hetzij met de gedaagde, hetzij met zowel de gedaagde als een bevoegde instantie in de zin van artikel 3, onder a), van de lidstaat waar het verbod wordt nagestreefd, de inbreuk te doen staken.