3. erklärt, dass die Kohäsionspolitik dazu dienen sollte, EU-weit ein nachhaltiges Wachstum zu verwirklichen und für eine gerechte und gleichmäßige Verteilung des Wohlstands zu sorgen, indem der Wettbewerb gefördert und darauf abgezielt wird, die zwischen den EU-Regionen bestehenden sozioökonomischen Ungleichgewichte zu verringern;
3. stelt zich op het standpunt dat het cohesiebeleid gericht moet zijn op verwezenlijking van duurzame groei in de gehele EU en op een rechtvaardige en gelijke verdeling van welvaart door bevordering van concurrentie en door vermindering van de sociaaleconomische ongelijkheden tussen de EU-regio's;