Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «wohl nicht darin » (Allemand → Néerlandais) :

Die Mitgliedstaaten vertreten einhellig die Meinung, dass das Ziel der Familienpolitik darin bestehen muss, Eltern so zu unterstützen, dass sie finanziell nicht benachteiligt werden und für das Wohl ihrer Kinder sorgen können.

Wanneer wordt gesproken over gezinsbeleid zijn de lidstaten het erover eens dat het doel erin bestaat ouders te ondersteunen zodat zij niet financieel worden achtergesteld en in het welzijn van hun kinderen kunnen investeren.


« Verstößt Artikel 38 § 6 des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er sich auch auf den Zuwiderhandelnden im Sinne von Artikel 30 § 2 des Gesetzes vom 16. März 1968 bezieht, der somit bei erbrachtem Beweis auf dieselbe Art und Weise wie die Urheber der anderen darin erwähnten Verstöße behandelt wird, während in der ursprünglichen Unterstrafestellung ohne Wiederholung nicht die mögliche Auferlegung eines Fahrverbots vorgesehen ist, wohingegen bei allen anderen aufgeführten ...[+++]

« Schendt artikel 38 § 6 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die mate dat ook de overtreder in de zin van artikel 30 § 2 van de Wet van 16 maart 1968 wordt geviseerd en aldus bij bewezenverklaring op eenzelfde manier wordt behandeld als overtreders van de andere aldaar vernoemde inbreuken terwijl in de initiële strafbaarstelling zonder herhaling niet voorzien is [in] de mogelijke opleg van een rijverbod, maar bij overtreding van alle andere opgesomde overtredingen wel minstens een facultatief rijverbod kan worden opgelegd bij het begaan van het basismisdrijf zon ...[+++]


« Verstoßen die Artikel 39 und 40 des Gesetzes vom 5. August 1978 zur Festlegung von Wirtschafts- und Haushaltsreformen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie dazu führen, dass den Pensionierten, die durch die bloße Tatsache einer vollständigen Laufbahn eine der zwei darin eingeführten gesetzlichen Obergrenzen erreichen, bestimmte Pensionszuschläge versagt werden, während Pensionierte, die ceteris paribus diese Obergrenze in Ermangelung einer vollständigen Laufbahn nicht erreichen, diesen Vorteil wohl ...[+++]

« Schenden de artikelen 39 en 40 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij tot gevolg hebben dat de gepensioneerden die door het loutere feit van een volledige loopbaan een van de twee daarbij ingestelde wettelijke plafonds bereiken, sommige pensioenaanvullingen worden ontzegd, terwijl de gepensioneerden die ceteris paribus dat plafond niet bereiken bij ontstentenis van een volledige loopbaan, het voordeel ervan kunnen genieten ?


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 24. Juni 2016 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen M. D.B., dessen Ausfertigung am 5. Juli 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Polizeigericht Westflandern, Abteilung Brügge, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 38 § 6 des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er sich auch auf den Zuwiderhandelnden im Sinne von Artikel 30 § 2 des Gesetzes vom 16. März 1968 bezieht, der somit bei erbrachtem Beweis auf dieselbe Art und Weise wie die Urheber der anderen darin ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 juni 2016 in zake het openbaar ministerie tegen M. D.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2016, heeft de Politierechtbank West-Vlaanderen, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 38 § 6 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die mate dat ook de overtreder in de zin van artikel 30 § 2 van de Wet van 16 maart 1968 wordt geviseerd en aldus bij bewezenverklaring op eenzelfde manier wordt behandeld als overtreders van de andere aldaar vernoemde inbreuken terwijl in de initiële strafbaarstelling zonder ...[+++]


Wenn die fragliche Bestimmung so ausgelegt wird, dass sie es dem Richter verbietet, unter Berücksichtigung der konkreten Situation des Klägers zu prüfen, ob die darin enthaltene Hinterlegungspflicht ein Hindernis für die Ausübung des Rechtes auf Berufung darstellt, ist sie nicht vereinbar mit dem Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, da sie die Kläger, deren finanzielle Lage es nicht erlaubt, die fragliche Summe zu hinterlegen, gegenüber den Klägern, deren finanzielle Lage die Hinterlegung ...[+++]

Indien de in het geding zijnde bepaling aldus wordt geïnterpreteerd dat zij de rechter verbiedt om, rekening houdend met de concrete situatie van de verzoeker, te onderzoeken of de erin vervatte consignatieplicht een hinderpaal vormt voor de uitoefening van het recht op hoger beroep, is zij niet bestaanbaar met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, aangezien zij de verzoekers wier financiële situatie niet toelaat de betwiste som te consigneren, benadeelt ten opzichte van de verzoekers wier financiële situatie de consignat ...[+++]


Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten A. Alen und J. Spreutels, und den Richtern E. De Groot, L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 8. Dezember 2014 in Sachen der « Untill » PGmbH gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 23. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 198 § 1 Nr. 10 des EStGB 1992 in Verbindung mit Artikel 307 § 1 Absatz ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 198, § 1, 10° WIB 92 in samenlezing met artikel 307, § 1, lid 3 WIB 92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondw ...[+++]


Verstösst Artikel 42 § 2 Absatz 1 des Gesetzes vom 27. April 2007, dahingehend ausgelegt, dass die darin erwähnten ehemaligen Artikel 229 und 231 (und 232) des Zivilgesetzbuches nicht nur auf jene (Haupt- und Wider)Klagen auf Ehescheidung weiterhin Anwendung finden, die vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 27. April 2007 eingereicht wurden (und insofern beim Inkrafttreten dieses Gesetzes noch kein Endurteil verkündet worden war), sondern auch auf die nach dem Inkrafttreten dieses Gesetzes eingereichten Widerklagen auf Ehescheidung, ...[+++]

Schendt artikel 42, § 2, eerste lid, van de wet van 27 april 2007, aldus begrepen dat de aldaar aangehaalde oude artikelen 229 en 231 (en 232) van het Burgerlijk Wetboek verder van toepassing blijven, niet enkel op de (hoofd- en tegen)vorderingen tot echtscheiding die werden ingeleid vóór de inwerkingtreding van de wet van 27 april 2007 (en voorzover er bij de inwerkingtreding van die wet nog geen eindvonnis was uitgesproken), maar eveneens op de na de inwerkingtreding van deze wet ingeleide tegenvorderingen tot echtscheiding, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre aldus een verschil in behandeling zou worden ingesteld tussen ...[+++]


Verstösst Artikel 42 § 2 Absatz 1 des Gesetzes vom 27. April 2007, dahingehend ausgelegt, dass die darin erwähnten ehemaligen Artikel 229 und 231 (und 232) des Zivilgesetzbuches nicht nur auf jene (Haupt- und Wider)Klagen auf Ehescheidung weiterhin Anwendung finden, die vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 27. April 2007 eingereicht wurden (und insofern beim Inkrafttreten dieses Gesetzes noch kein Endurteil verkündet worden war), sondern auch auf die nach dem Inkrafttreten dieses Gesetzes eingereichten Widerklagen auf Ehescheidung, ...[+++]

Schendt artikel 42, § 2, eerste lid, van de wet van 27 april 2007, aldus begrepen dat de aldaar aangehaalde oude artikelen 229 en 231 (en 232) van het Burgerlijk Wetboek verder van toepassing blijven, niet enkel op de (hoofd- en tegen)vorderingen tot echtscheiding die werden ingeleid vóór de inwerkingtreding van de wet van 27 april 2007 (en voorzover er bij de inwerkingtreding van die wet nog geen eindvonnis was uitgesproken), maar eveneens op de na de inwerkingtreding van deze wet ingeleide tegenvorderingen tot echtscheiding, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre aldus een verschil in behandeling zou worden ingesteld tussen, ...[+++]


4. « Verstösst Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 135 § 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches, Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches einer Zivilpartei das Recht erteilt, mittels Einlegung einer Berufung gegen einen Verweisungsbeschluss die Strafverfolgung durchzuführen, was grundsätzlich nur der Staatsanwaltschaft zusteht, während der Beschuldigte selbst eine solche Berufung nicht einlegen ...[+++]

4. « Schendt artikel 135, § 1, Sv, in zijn samenhang gelezen en begrepen met artikel 135, § 2, Sv, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, 1 VTSv, 6 EVRM en 14 IVBPR, in zoverre het artikel 135, § 1 Sv, een burgerlijke partij het recht geeft om door het instellen van een hoger beroep tegen een verwijzingsbeschikking, de strafvordering uit te oefenen, wat principieel alleen aan het OM toekomt, terwijl de inverdenkinggestelde zelf dergelijk hoger beroep niet kan instellen, behoudens wanneer voldaan is aan artikel 135, § 2, Sv, op grond v ...[+++]


4. « Verstösst Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 135 § 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches, Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches einer Zivilpartei das Recht erteilt, mittels Einlegung einer Berufung gegen einen Verweisungsbeschluss die Strafverfolgung durchzuführen, was grundsätzlich nur der Staatsanwaltschaft zusteht, während der Beschuldigte selbst eine solche Berufung nicht einlegen ...[+++]

4. « Schendt artikel 135, § 1, Sv, in zijn samenhang gelezen en begrepen met artikel 135, § 2, Sv, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, 1 VTSv, 6 EVRM en 14 IVBPR, in zoverre het artikel 135, § 1 Sv, een burgerlijke partij het recht geeft om door het instellen van een hoger beroep tegen een verwijzingsbeschikking, de strafvordering uit te oefenen, wat principieel alleen aan het OM toekomt, terwijl de inverdenkinggestelde zelf dergelijk hoger beroep niet kan instellen, behoudens wanneer voldaan is aan artikel 135, § 2, Sv, op grond v ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'wohl nicht darin' ->

Date index: 2021-03-02
w